e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ontginningsploeg bosploeg: bo ̝ks[ploeg] (Rotem), boǝs[ploeg] (Zepperen), bøs[ploeg] (Romershoven), bǫrs[ploeg] (Zolder), bǫs[ploeg] (Baarlo, ... ), breekploeg: brē ̞ǝk[ploeg] (Hoensbroek), brē̜i̯k[ploeg] (Riksingen), brē̜k[ploeg] (Herten, ... ), diepe ploeg: dīpǝ plux (Aijen  [(voor het omploegen van een met de frees gescheurde weide)]  ), heiploeg: hei̯[ploeg] (Beverst), hē[ploeg] (Oud-Winterslag), hęi̯[ploeg] (Haelen, ... ), hɛi̯[ploeg] (Bree, ... ), hɛ̄i̯[ploeg] (Hechtel), kroenekraan: krūnǝkrān (Susteren), ontginningsploeg: ont˲geneŋs[ploeg] (Blerick, ... ), peelploeg: pīǝlplōx (Montfort), ploeg voor te ontginnen: ploeg voor te ontginnen (Rotem), scheurploeg: sxȳǝrplux (Aijen) De ploeg die men gebruikt voor het in cultuur brengen van woeste grond, zoals bos, heide, enz. Het ontginningswerk werd verricht met de ploeg in L 159a, 320a, 360, P 48, 51, 107a, 108, 175, 178, 222, Q 11, 28, 77, 94b, 162, 156, 170. Blijkbaar was dat geen aparte, maar de gewone, vanouds "ploeg" geheten, enkele ploeg, die men op dit werk kon inrichten. Voor het in cultuur brengen van bos- en heidegrond gebruikte men: de brabander in L 290a, 321a, P 44, 48, 49, Q 39 of brabantse ploeg in L 331; in L 248 een zware brabantse ploeg (vroeger) en de Melotteploeg (later); de enkele ploeg in Q 7, 80; de aanschietploeg in Q 80; de dobbele ploeg in Q 80; de franse ploeg in Q 79a, 80; de wentelploeg in K 358, L 372a; een (oude) Sack''s of Sack''s(e)ploeg in L 163, 165 of Sack''sische ploeg in L 246 en in Q 22 de tweevoorder. Aan het ontginningswerk kwam in Q 14 de cultivator te pas, in Q 22 en 247 de extirpator, in P 45 de rus en in Q 180 de frees. [N 11, 30 + 32c add.; N 11A, 81; N 27, 15] I-1