e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oprisping aanrupsing: aarĕŭpsing (Oostham), boer: boer (Beesel, ... ), boering: boereng (Montfort), boertje: boertje (Roggel), børke (Geistingen), buik: bø͂ͅk (Houthalen), gerupsel: gərēpsəl (Hasselt), gərøͅpsəl (Bommershoven), keuk: keuk (Horst, ... ), kŏk (Ell), kèùk (Grubbenvorst), oprisping: oprisping (Bree), oprupsing: oproepšəŋ (Rekem), opröpsing (Maasbracht), rumseling: rumseling (Bolderberg), rups: roeps (Mechelen-aan-de-Maas), rups (Blerick, ... ), rupsj (Geleen, ... ), röps (Maastricht, ... ), röpsch (Montzen), röpsj (Sittard, ... ), røpš (Eupen), rupsel: reipsel (Bree, ... ), repsel (Bilzen, ... ), röpsel (Mechelen-Bovelingen), röpsjel (Dilsen, ... ), röpsəl (Molenbeersel), rɛi̯psəl (Beek (bij Bree)), rupseling: reipseling (Meeuwen), rèpseling (Vechmaal), rupsing: rupsjing (Vijlen) Hoe noemt men een oprisping? [DC 47 (1972)] || oprisping [ZND 05 (1924)], [ZND m], [ZND m] III-1-2