e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
persen apprehensie maken: apprehensie maken (Hasselt, ... ), apręnsī mākǝ (Kinrooi), aprɛnsǝ mākǝ (Linkhout), ǝprentšǝ mākǝn (Noorbeek), arbeid hebben: arbeid hebben (Baarlo, ... ), arbeid krijgen: arbeid krijgen (Baarlo, ... ), arbeid maken: arbeid maken (Opglabbeek, ... ), arbęi̯t mākǝn (Achel), arbeiden: arbeiden (Blerick, ... ), bügeln: bygǝlǝ (Bleijerheide), deruit persen: drūt poršǝ (Posterholt), dorsen: dorsen (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), drē̜i̯šǝ (Maasmechelen), drijven: drijven (Smeermaas), drukken: drøkǝ (Roggel), duwen: duwen (Beringen, ... ), dø̜jǝ (Peij), gaan kalven: gaan kalven (Urmond), kloppen: klǫpǝ (Thorn), kneden: knējǝ (Reuver), kringeltjes deruit persen: kreŋkǝlkǝs trǫwt pɛrsǝ (Bilzen), moeite hebben: moeite hebben (Kaulille), oppersen: oppāsǝ (Bilzen), persen: door persen (Lommel), pa ̞rsǝ (Horst), paarse (Meterik), paesje (Geleen), parse (Afferden, ... ), parsen (Heijen, ... ), parsjen (Horn), pāārse (Arcen, ... ), pārse (Gennep, ... ), peerse (Borgharen, ... ), peersje (Berg-en-Terblijt, ... ), peeschje (Dieteren), peese (Echt/Gebroek, ... ), peessen (Born), peĕschu (Brunssum), perse (Asenray/Maalbroek, ... ), persen (Aubel, ... ), persə (Swalmen), pese (Buchten, ... ), pesje (Puth), peäschen (Epen), pēērsche (Heer), pēīse (Eijsden), pēse (Thorn), pĕrse (Beegden), pĕschen (Broeksittard, ... ), pièsje (Rimburg), piǝsǝ (Bilzen), pjasse (Vlijtingen), pjásǝ (Zichen-Zussen-Bolder), pjāsǝ (s-Gravenvoeren), poorse (Helden/Everlo), poorsen (Sint-Odiliënberg), porse (Beesel, ... ), porsje (Posterholt), porsǝ (Meeuwen, ... ), porsǝn (Opglabbeek), posǝ (Hasselt), pōōrse (Panningen), pàrse (Lottum, ... ), pärse (Nederweert, ... ), päsche (Heerlen, ... ), pèsje (Brunssum), pèèrsche (Amby), pèèësje (Gulpen), pêersje (Limmel), pêjesje (Eys), pêjsje (Mechelen), pêrsche (Mheer), pêsche (Bingelrade, ... ), pêsje (Doenrade, ... ), pāsǝ (Jesseren), pāsǝn (Diepenbeek), pērsǝ (Banholt, ... ), pēršǝ (Meerssen, ... ), pēsǝ (Buchten, ... ), pēšǝ (Born), pēǝšǝ (Schinnen), pē̜jšǝ (Nieuwstadt), pē̜rsǝ (Lanaken, ... ), pē̜sǝ (Stein), pē̜šǝ (Doenrade, ... ), pē̜ǝsǝ (Eijsden), pęjšǝ (Nuth), pęrsǝ (Herten, ... ), pęrsǝn (Born), pǫrsǝ (Baarlo, ... ), pɛjšǝ (Schinnen), pɛršǝ (Posterholt), pɛǝsǝ (Montzen), pɛ̄šǝ (Voerendaal), Nieuw  peearshe (Mheer), Oud  pjaarshe (Mheer), pijnen krijgen: pɛ̄jǝnǝ krɛgǝ (Rummen), pozen hebben: pozen hebben (Rotem, ... ), pozen krijgen: pozen krijgen (Herten, ... ), pōzǝ krigǝ (Maaseik), pozen maken: pozen maken (Val-Meer), pressen: pressen (Kermt), prĕsse (Beegden), prɛsǝ (Bilzen), stomen: stōmǝ (Bilzen), strijken: stri-jkǝ (As), strijken (Genk, ... ), strikǝ (Meijel), striǝkǝ (Eisden), strē̜ǝkǝ (Schulen), stręjkǝ (Bilzen), štrikǝ (Noorbeek, ... ), štrīkǝ (Doenrade, ... ), stuiken: štūkǝ (Reuver, ... ), trampelen: trampǝlǝ (Welten), trippelen: trippelen (Borgloon, ... ), tripǝlǝ (Herk-de-Stad), uitpersen: utpǫrsǝ (Baarlo), ūtpēsǝ (Laak), ǫjtpáǝsǝ (Wellen), walken: walǝkǝ (Echt, ... ), wǫlǝkǝ (Echt), weeën hebben: weeën hebben (Maasniel), werken: werken (Beringen, ... ), werkǝ (Mechelen), węrkǝ (Wellen), węrǝkǝ (Rapertingen, ... ), wɛrkǝ (Bocholtz, ... ), wɛrǝkǝ (Gronsveld, ... ), wɛrǝkǝn (Stevoort), zieken krijgen: zieken krijgen (Velm) De klei tot rechthoekige blokken samenpersen. [monogr.] || De vruchtenmassa uitpersen. In Q 249 werden de perskuipen als volgt gevuld: twee emmers fruit werden erin uitgeschud en daarover werd een juten persdoek gelegd. Dan volgden er weer twee tobben fruit, opnieuw afgedekt door een juten doek en op deze wijze werd de gehele perskuip volgemaakt. Ook de invuller uit L 295 schrijft dat de kuip zo werd gevuld en volgens hem gingen er veertig lagen fruit in een perskuip. [N 57, 16] || Het gelijmd fineer met behulp van de fineerpers op het grondhout vastklemmen. [N 56, 33a] || Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] || Het persen van de stof met een zwaar ijzer. [N 59, 77; monogr.] || Met kracht vloeistof door een nauwe opening persen (spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen) [N 108 (2001)] || persen [SGV (1914)] || persen, Met kracht vloeistof door een nauwe opening ~ (spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen). [N 84 (1981)] I-11, II-12, II-2, II-7, II-8, III-1-2