e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pijpbeen achterbeen: axtǝrbɛ̄n (Terlinden), achteronderbeen: axtǝrondǝrbęi̯n (Valkenburg), axtǝrundǝrbiǝn (Kwaadmechelen), achterpijp: axtǝrpiǝp (Venlo), axtǝrpīp (Baexem, ... ), achterpoot: axtǝrpūǝt (Kinrooi), achterscheen: axtǝrsxei̯n (Herk-de-Stad), axtǝršen (Diepenbeek), axtǝršɛ̄ǝn (Lanklaar), been: bēn (Opheers), bęi̯.n (Maastricht), bęi̯n (Haelen), been onder de knie: bīn ǝr ǝ knɛ̄i̯ (Koersel), beenpijp: bei̯npīǝp (Neeroeteren), binpɛ̄p (Bokrijk), bęi̯npiǝp (Tegelen), bęi̯npīp (Baarlo), bīnpīp (Sevenum), lang been: laŋ biǝn (Niel-Bij-Sint-Truiden), onderbeen: ondǝrbē̜n (Hombourg), ondǝrbęi̯n (Hoensbroek, ... ), ondǝrbɛ̄i̯n (Bree, ... ), onǝrbɛ̄i̯n (Meeuwen), oŋǝrbē. (Waubach), oŋǝrbęi̯n (Klimmen), undǝrbiǝn (Kwaadmechelen), ōndǝrbęi̯n (Gronsveld), ōŋdǝrbīn (Gingelom), ǫndǝrbiǝn (Neerpelt, ... ), onderpijp: ondǝrpīp (Meijel), oŋǝrpī.p (Waubach), onderste been: nǝstǝ biǝn (Niel-Bij-Sint-Truiden), pijp: pip (Hamont, ... ), piǝp (Blerick, ... ), pē̜.p (Hasselt), pęi̯p (Bilzen), pī.p (Bocholt, ... ), pīf (Kerkrade), pīp (Achel, ... ), pīǝp (Blerick, ... ), pɛ̄p (Diepenbeek), pijpbeen: pai̯pbɛi̯n (Tongeren), peǝpbei̯n (Hoepertingen), pipbęi̯n (Posterholt), pē̜i̯pbēi̯n (Beverst, ... ), pī.pbē. (Waubach), pīpbɛi̯n (Mechelen), pīǝpbiǝn (Gingelom), scheen: sxei̯n (Halen), šīǝ.n (Genk), šɛ̄n (Hees, ... ), (mv)  šēnǝ (Sittard, ... ), scheenbeen: sxei̯ǝnbēi̯ǝn (Lommel), sxēnbiǝn (Tessenderlo), sxɛ̄i̯nbīn (Halen), šenbēǝ (Moresnet), šēnbęi̯n (Hoensbroek), voorbeen: vørbęi̯n (Tongeren), vǭrbɛ̄n (Terlinden), voorpijp: vø̄rpīp (Baexem, ... ), voorscheen: vø̜̄ǝršɛ̄ǝn (Lanklaar), vø̜ǝrsxē̜ǝn (Gingelom) Het gedeelte van het voorbeen van het paard tussen de knieschijf en de koot tot aan de kogel. Het ondereinde van het pijpbeen vormt het kootbeen. Zie afbeelding 2.23. [JG, 1b; N 8, 32.1, 32.3, 32.6, 32.11, 32.14, 32.15 en 32.16] I-9