e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
riet bruine pluimen: -  broene pluume (Blerick), duivelskauw: -  duvelskouwe (Hushoven), duivelskluppel: -  du:vels klöppel (Ell), duivelskluppel (Panningen), ook: lisdodde  duuvelsklöppele (Heel), luus: lūūs (Roermond, ... ), -  luusch (Geleen), luusj (Bocholtz, ... ), geen mv. Hieronder vallen practisch alle waterplanten met lintvormige bladeren  luusj (Guttecoven), gerekte vocaal  luu:s (Venlo), idiosyncr.  luusj (Kerkrade), Opgegeven voor de lisdodde met als toevoeging "in het algemeen  luusj (Puth), meet: -  meêt (Geistingen, ... ), patentknuppel: -  patentknuppel (Kerkrade), pimpelen: de bruine pluimen  pumpələ (Vaals), pluimen: -  ploeme (Einighausen), pluum (Roermond), =(water)plumen  plumen (Arcen), pluimgras: -  pluumgraas (Nuth/Aalbeek), poezen: póes (Tegelen), -  poewze (Beegden), de pluimen  poe:ze (Horn, ... ), riet: re^tt (Altweert, ... ), ree:t (Roermond), reeat (Mheer), reeit (Kunrade), reet (Amby, ... ), reit (Doenrade, ... ), rēēt (Arcen, ... ), rĕĕt (Beesel), riet (Afferden, ... ), riēt (Merselo), rit (Bleijerheide, ... ), rīēt (Blitterswijck, ... ), rīt (Hamont, ... ), réét (Wijlre), rêêt (Echt/Gebroek), -  re:t (Pey), ree:t (Herten (bij Roermond)), reet (Amby, ... ), ri:t (Voerendaal), rie:t (Venray, ... ), riet (Broekhuizen, ... ), rit (Vaals), ??  riêt (Wanssum), arundo  riēt (Castenray, ... ), Bree Wb.  reet (Bree), de ee is kort uitgesproken, niet als e  reet (Leuken), ee kort  reet (Heel), eigen spelling  reet (Montfort, ... ), eigen spellingsysteem  reet (Ell), reët (Maasbree), eigen spellinsysteem  ríet (Meijel), idem  riet (Venlo, ... ), idiosyncr.  reet (Blerick, ... ), reit (Sittard), phragmites communis  r‧ēt (Meeswijk), Spelling: "fonetisch", alles omgespeld  reet (Maastricht), valtoon  reet (Heythuysen), Veldeke  reet (Waubach), Veldeke korte ee  rĕet (Echt/Gebroek), WBD  reet (Sevenum), WBD/WLD  reet (As, ... ), WLD  r.eet (Thorn), reet (Beesel, ... ), reeth (Guttecoven), reeët (Mheer), reĕt (Brunssum), rēēt (Maastricht), rīēt (Venray), rīt (Meijel), rèet (Swalmen), réét (Posterholt), rêêt (Schimmert), WLD = riet  reet (Posterholt, ... ), ± Veldeke  reet (Weert), ± Veldeke ie: lang  rīēt (Tienray), rietpluim: riētpluum (Castenray, ... ), rietpoezen: -  reet-poezen (Maasbree), rietstek: [Calamus rotang]  rüutstêk (Tongeren), roebedoelen: -  roebedoele (Montfort), ruitenwasser: -  ruitenwasser (Blerick), tenen (adj.): teine (Venlo), waterplanten: -  water planten (Gulpen), waterpluimen: =(water)plumen  waterplumen (Arcen), waterpoezen: -  waterpoeze (Velden) kroos, lies, rietgras || lies, rietgras, kroos || oever/waterplanten [DC 13 (1945)] || riet [DC 25 (1954)], [N 92 (1982)], [SGV (1914)] || riet (bekende grassoort) || Riet (phragmites communis 80 tot 135 cm grote plant. De plant heeft een kruipende wortelstok en dikwijls bovengrondse uitlopers; de bladeren zijn breed en spits, de randen zijn ruw aan de voet met een haarkrans; de aartjes bevinden zich in een grote, st [N 92 (1982)] || riet (Phragmites communis Trin.) [DC 60a (1985)] || rieten (adj.) || rietgras, kroos, lies || rietpalm || rietpluim || stengel, rietstok III-4-3