e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijke lieden <uitdr.> niets te kort hebben: niets te kort hebben (Stokrooie), fel lui: feel lij (Rijkhoven), groot volk: grouët volk (Valkenburg), hoog volk: haog volk (Heers), kapitalisten: t wordt maar eventjes gehoord  kapitalisten (Lommel), kasteelheren: kasteelheren (Sint-Truiden), rijk volk: raik volk (Beringen), reejk volk (Gelinden), reͅk voͅlk (Diepenbeek), riek voûk (Opitter), riek vuik (Bree), rijk volk (Heusden, ... ), rijk vollek (Stevoort), rijək vollək (Stevoort), rik volək (Heers), riək voͅlk (Sint-Huibrechts-Lille), rīk volk (Neeroeteren), rèk volk (Wilderen), rîeek vuìek (Houthalen), rɛək volək (Zepperen), rijke lieden: rijke lieden (Beverlo), rīēke kliĕ (Opoeteren), rijke lui: raaike laai (Millen, ... ), reeke lui (Riemst), reeke luij (Zichen-Zussen-Bolder), reekə lei (Eigenbilzen), reijke lui (Bree), reièke lij (Rijkhoven), rēkə luî (Zichen-Zussen-Bolder), rieke lie (Neeroeteren), rieke lui (Hamont, ... ), rieke luj (Eisden, ... ), rieke lūi (Lanaken), riekĕ lŭi (Vroenhoven), rijke laaie (Bilzen), rijke lei (Beverst, ... ), rijke liën (Tessenderlo), rijke lui (Diepenbeek, ... ), rike lyë (Remersdaal), rike lü (Lontzen), rikə loj (Rekem), rikə lui (Sint-Huibrechts-Lille), rīēke lu-j (Weert), rīkə loj (Opgrimbie), rīkə lui (Lanaken), rīkə luj (Neeroeteren), rīkə ly (Molenbeersel), rīkə lyj (Ulestraten), rīkə lø-j (Mechelen-aan-de-Maas), rīkə ləij (Vroenhoven), rīəkə līə (Gruitrode), rïkke luï (Maaseik), Duitsche ui  rēkə löy (Borgloon), kort  rieke lei (Hees), rieke lui (Neerpelt), lei kort  reeke lei (Rosmeer), ui kort  rikə luij (Lanaken), rijke mannen: rijke manne (Borgloon), rijke mensen: raaike minse (Tongeren), reike menze (Heppen), reike minschen (Beringen), reike mīensche (Kuttekoven), reəke manne (Hoepertingen), reəkeə minsə (Lummen), rēkə mensn (Zonhoven), rēͅkə meͅnnsən (Diepenbeek), rēͅkə minsə (Rotem), rieke men (Gruitrode), rieke minschen (Neeroeteren), rieke minse (Kaulille, ... ), rieke minsen (Bree, ... ), rieke minsə (Opitter), rij(k)e menschen (Lommel), rijke menschen (Beverlo), rijke mense (Vechmaal), rijke mienschen (Lommel), rijke minsche (Helchteren, ... ), rijke minschen (Jeuk, ... ), rijke minse (Berbroek, ... ), rijke minseke (Stevoort), rijke minsen (Maaseik, ... ), rijke minsə (Leopoldsburg), rijkə minsə (Sint-Truiden), rijəke minsche (Sint-Truiden), rikə mēnsən (Hamont), rikə meͅnsə (Opoeteren), rè-ke minse (Wellen), rèke menschen (Beverlo), rèke mense (Oostham), rèke miensen (Tessenderlo), rèke minsen (Hechtel), rèkeͅ minseͅ (Mettekoven), rɛjkə mənse (Heppen), ei als een klank  rɛikə minschən (Zolder), geen k bij rijke  rij-ə minschen (Kwaadmechelen), ie rekken  rieke mienschen (Overpelt), rij-e: niet verbinden  rij-e mienschen (Lommel), rijke minsen  rijke minsche (Hoepertingen), rijke typen: rieke tiepen (Kaulille), rijke tieppe (Duras), rijke tippe (Maaseik), rijke typen (Sint-Truiden), rèke tippe (Sint-Truiden), lieden niet gebruikt  rieke tippen (Neeroeteren), rijken: raaiken (Lauw), reeke (Hoepertingen), rijəke (Koersel) Rijke lieden [ZND 30 (1939)] III-3-1