| 26422 |
rondsel van de watermolen |
gewoon rad:
gǝwun rǭǝt (P058p Stevoort),
ijzeren rad:
(mv)
ęǝzǝrǝ rēǝr (P195p Gutschoven),
kamrad:
kamprāt (Q099q Rothem, ...
Q020p Sittard),
kāmprǭ.t (Q188p Kanne),
kamrad van het ijzer:
kamprǫǝt van t ęǝzǝr (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
kamradje:
kāmprø̜̄tšǝ (Q188p Kanne),
klein kamrad:
klejn kemprǭǝt (P055p Kermt, ...
Q075p Vliermaalroot),
klēn kamprǫǝt (Q077p Hoeselt),
klęjn kámprǭt (Q241p Rutten),
klɛjn kamprǫǝt (Q164p Heks, ...
P177a Ordingen),
klein kroonrad:
klɛjn krū.nrā.t (Q095p Maastricht),
klein rad:
klejn rǫǝt (Q079a Wintershoven),
kliǝ rǭǝt (P050p Herk-de-Stad, ...
Q077p Hoeselt,
P051p Lummen),
klɛj rǫǝt (P176p Sint-Truiden),
klɛjn rǫǝt (Q160a Haren),
klein radje:
klɛjn rø̜̄tšǝ (Q088p Lanaken),
lantaarn:
lǝtjān (Q071p Diepenbeek),
lǝt˲gan (P053p Berbroek, ...
Q071p Diepenbeek,
Q074p Kortessem,
P057p Kuringen,
P056p Stokrooie),
lǝt˲gān (Q071p Diepenbeek, ...
Q074p Kortessem,
Q075p Vliermaalroot),
rad:
rǭǝt (Q077p Hoeselt),
rad van het staakijzer:
rǭǝt van t stǭkęǝzǝr (P058p Stevoort),
radje:
røtšǝ (Q077a Alt-Hoeselt),
ritsel:
retsǝl (Q083p Bilzen, ...
Q099q Rothem,
Q101p Valkenburg),
ritsel (Q113p Heerlen),
rø̜tsǝl (Q180p Mal, ...
Q162p Tongeren),
rondsel:
rensǝl (L362p Opitter),
ronsǝl (L372a Aldeneik, ...
L321a Ittervoort,
P051p Lummen,
L372p Maaseik,
L368p Neeroeteren,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
P056p Stokrooie,
L361p Tongerlo),
rǫnsǝl (Q071p Diepenbeek, ...
P057p Kuringen,
Q088p Lanaken,
Q240p Lauw,
Q241p Rutten,
Q162p Tongeren),
rǫntsǝl (Q095p Maastricht, ...
Q078p Wellen),
rǫŋsǝl (L362p Opitter),
rondsel van de stenen:
ronsǝl van ǝ stęjn (L368p Neeroeteren),
rondselrad:
ronsǝlrā.t (L415p Opoeteren),
zijkamrad:
zęjkamprǫǝt (P187p Berlingen)
|
Het spijlen- of stavenrad aan de onderzijde van het staakijzer. Al naar gelang het aantal steenkoppels kan zowel het aswiel als het kroonrad in het rondsel grijpen. Uit de opgaven is niet altijd af te leiden of met de term rondsel een spijlenrad bedoeld wordt. In een groot aantal molens was het rondsel vaak vervangen door een klein ijzeren kamrad met ijzeren tanden. De benaming rondsel bleef dan behouden. Zie ook het lemma ɛrondsel van de windmolenɛ.' [Vds 81; Jan 102; Coe 82; Grof 102; A 42A, 13; N O, 14a; N D, 25; monogr.]
II-3
|