e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruiter haak: hōǝk, hǫǝk (Lummen), ijzeren haak: izǝrǝ hō.k (Kaulille), pin: pēn (Meijel), praamhaak: prāmhǭk (Thorn, ... ), pranghaak: praŋhǫǝk (Lummen), ruiter: røtǝr (Mechelen), rø̜jtǝr (Herten, ... ), teenijzer: tiǝnīsdǝr (Maxet), tiǝnīzǝr (Weert), vanghaak: vaŋhǭk (Gennep), vangijzer: vaŋīzǝr (Weert) De haak of beugel waarmee de kop van de vangplank of het sleepstuk aan de daklijst of aan een speciale balk vastligt. [N O, 12e] || De plank van ongeveer 3 x 12 cm doorsnede die op de nokgording wordt aangebracht. Op de ruiter worden de nokvorsten gespijkerd of met specie vastgelegd. Zie ook afb. 85. [N 54, 176] II-3, II-9