e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
soorten schoenen chevreau (fr.): šəvra.uw (Wellen), crpe (fr.): [Van Dale: crêpe1, 1. gekroesd, niet-glanzend weefsel van linnen draden; 2. korrelig, wit rubber]  krêp (Tongeren), crpeschoen (<fr.): [Van Dale: crêpe1, 1. gekroesd, niet-glanzend weefsel van linnen draden; 2. korrelig, wit rubber]  krèpsjoen (mv.) (Diepenbeek), z.o. spêk (IV), spêksjün. [Van Dale: crêpe1, 1. gekroesd, niet-glanzend weefsel van linnen draden; 2. korrelig, wit rubber]  krêpsjün (Tongeren), drekvoet: *: En niet zoals te verwachten vuile voeten.  drekveut (Herten (bij Roermond)), escarpin (fr.): ɛskarpɛ͂ (Gingelom), gymschoen: gimsjoon (Heerlen), hog: b.v. Moet hèt zwarte hogge vör de zóndag.  hog (Gennep), knijpschoen: knèè.ëpschōē.ën (Zonhoven), kramschoen: Zn. mv.  kràmschoen (Sint-Truiden), loopschoen: loupsjóen (Kortessem), schoenen met spek: sub spek.  sjoon mèt spek (Uikhoven), spekschoen: spekschoen (Sint-Truiden), spékschōē.ën (Zonhoven), [Mv.]  speksjoen (Diepenbeek), vgl. spêk (II): crêpe (soort rubber).  spêksjün (Tongeren), tress (<fr.): &lt; Fr. tressé (gevlochten). [Van Dale (FN): tresser, vlechten]  tréssee (Zonhoven), [Van Dale (FN): tresser, vlechten]  tresɛ.ij (Gingelom), tressschoen (<fr.): [Van Dale (FN): tresser, vlechten]  trissee sjoen (Diepenbeek), trotteur (fr.): trotoeyr (Gingelom), zweetvoet: syn. soeppié(s).  zwèitvüt (Tongeren) *knijpschoen: schoen die niet genageld is, gewoonlijk ook zonder binnenzool || *spekschoen: schoen met spekzool, dikke zool van licht buigzaam rubber || *tressee: gevlochten schoen || chevreau: schoenen, laarsjes van chevreauleder || escarpin: dansschoentje || gevlochten schoenen || gymschoen || loopschoen || met spijkers beslagen schoenen || schoen met rubberen zool || schoen zonder veter, met boordje om de enkel || schoenen met crêpe-zolen || schoenen met crêpezool || schoenen met gele rubberzolen [spekschoenen] || schoenen met ruw rubberen zool || tressé: een gevlochten schoen || trotteur: lage wandelschoen || uit rubber of plastic vervaardigde zool voor schoenen, ruw aanvoelend, niet glanzend, om het uitglijden tegen te gaan || uit stof of suède gemaakte overschoen, die de enkel en het bovenbeen van de schoen bedekt || vuile schoenen* III-1-3