e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
staak bolkop: bǫlkǫp (Klimmen), bolstaak: bǫlstāk (Heijen, ... ), bǫlštāk (Nieuwenhagen, ... ), bombeerbol: bǫmbęjrbǫl (Bevingen), boordijzer: bōrt˱īzǝr (Venray  [(type H)]  ), boordjesijzer: bø̜̄rtjǝs˱īzǝr (Horst  [(type D/E)]  , ... ), boorstaak: bōrstāk (Neeritter), haalstaak: hǭlštęk (Schimmert), halfronde staak: halfrondǝ stāk (Venray  [(type D/E)]  ), halve mond: hǭǝvǝ mǫnt (Bleijerheide  [(type H)]  ), halve-maanstaak: hǭvǝmǭnštāk (Nieuwenhagen  [(type H)]  , ... ), ijzer: īzǝr (Helden  [(type E)]  ), kantjestaak: kantjǝšt ̇āk (Herten), kantstaak: kantstāk (Horst  [(type D/E/N/O)]  , ... ), kaŋkštāk (Nieuwenhagen, ... ), kãntstāk (Heijen), kantstek: kantštęk (Schimmert), klinkstaak: kleŋkstāk (Neeritter), ophaler: ophǭlǝr (Montfort), platronde staak: platrondǝ stāk (Venray  [(type B)]  ), platte staak: platǝ stāk (Horst), ronde vlakstek: rǫn vlakštęk (Schimmert), staak: stāk (Horst, ... ), stǭk (Stokkem), štāk (Helden, ... ), vlakstaak: vlakštāk (Nieuwenhagen, ... ), vlakstek: vlakštęk (Schimmert), voet: vut (Loksbergen) Klein soort aambeeldje, wat langer dan een tas, dat als ondergrond dient bij het bewerken van plaatmateriaal. De staak wordt daarbij met zijn pinvormig uitlopende onderzijde in de werkbank, het blok voor aambeeld of klein gereedschap of in de bankschroef vastgezet. Al naar gelang de aard van het werk dat moet worden verricht, kan de kop van het werktuig verschillend zijn uitgevoerd. Zo zijn er staken die aan de bovenzijde rond en vlak zijn (vlakstaken), staken met een ronde en min of meer bolle bovenkant (bolstaken) en staken die aan de bovenzijde een scherpe, rechte snede vertonen (kantstaken). Zie ook afb. 28 en 29. Achter de plaatscode is, voor zover opgegeven door de invuller, met behulp van letters vermeld welke type staak uit afb. 28 met de betreffende term wordt bedoeld. Boordjesijzer (L 266) was de benaming voor een vlakstaak met een geronde en een rechte kant. Met deze staak werden kantjes aan het koper gevormd. Staken werden volgens de respondent uit Q 111 in de regel door de smid zelf naar behoefte gemaakt. [N 33, 210; N 33, 213; N 33, 214; N 64, 35a; N 64, 36a-b; N 64, 36d-f; N 66, 16b; N 66, 17a-f; monogr.] II-11