e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stoppelploeg belkmachine: bęlǝkmǝšīn (Riksingen), belkploeg: be.lǝk[ploeg] (Sluizen  [(één scharige voetploeg)]  ), belǝk[ploeg] (Reijmerstok  [(éénscharige voetploeg)]  ), bęlǝk[ploeg] (Beek, ... ), bɛ ̝lǝk[ploeg] (Heerlen), doorsteekploeg: dō˱rstē̜kplōx (Heythuysen  [(éénscharig)]  ), ponystoppelploeg: pó̜nistǫpǝlplox (Lottum  [(tweescharig)]  ), schelploeg: šɛ ̝lplōx (Bocholtz), stoppelploeg: stǫpǝl[ploeg] (Heythuysen  [(tweescharig of meerscharig)]  , ... ), štǫpǝl[ploeg] (Mechelen), stroopmachine: štrø̄fmǝši ̞ŋ (Simpelveld  [(tweescharig of meerscharig)]  ), štrø̄pmašin (Heerlen  [(met een rolletje van voren)]  ), štrø̄pmašiŋ (Margraten  [(meerscharig)]  ), štrø̄pmǝšin (Oirsbeek  [(oudste term voor een tweescharige of driescharige stoppelploeg)]  ), stroopploeg: strø̄ ̞p[ploeg] (Oost-Maarland  [(driescharig)]  ), štrø̄ ̞p[ploeg] (Cadier  [(tweescharig of driescharig)]  , ... ), štrø̄p[ploeg] (Margraten  [(driescharig)]  , ... ), štrø̜i̯p[ploeg] (Berg / Terblijt  [(driescharig of vierscharig)]  ), stroopschaar: štrø̄pšār (Nieuwenhagen), stroopschaarder: štrø̄pšē̜rdǝr (Margraten  [(driescharige ploeg)]  ) In dit lemma zijn alleen die benamingen voor de eenscharige voet- of radploeg en voor meerscharige kar- of wielploegen opgenomen, die er op wijzen, dat de betreffende ploeg vooral werd gebruikt om een stoppelveld e.d. oppervlakkig om of los te ploegen. Voor ploegbenamingen waarin het aantǝl scharen tot uitdrukking komt, zie men het lemma meerschalige ploegen. Ondiep ploegwerk werd in L 270 verricht met de brabander (voetploeg); in L 332 bediende men zich bij het "doorsteken" van de brabantse (voet)ploeg; stoppels ploegen werd in Q 95 gedaan met de steltploeg; om te "belken" gebruikte men in Q 103 de wentelploeg of de brabantse ploeg; "stropen" deed men in Q 200, 247, 247a met de pant√Æ. [N 11, 30 + 32c add.; N 11A, 75; N J, 10 add.; monogr.] I-1