| 26189 |
stormlijn |
bovenste zeilkoord:
bovǝstǝ zęjlkōrt (L316p Kaulille),
half koordje:
halǝf kø̄rtjǝ (L374p Thorn),
hoge lijn:
hǭx līn (L330p Herten),
koordje voor driekwart:
kørtjǝ vør drējkwart (L265p Meijel),
lange slaglijn:
lange slaglijn (L327p Beegden),
lijn voor driekwart:
lēnj vør drējkwart (L265p Meijel),
slaglijnd:
slaxlint (L164p Gennep),
storm:
storm (L377p Maasbracht, ...
L321p Neeritter,
L381b Peij,
L318p Stramproy),
štø̜rǝm (L432p Susteren),
stormeindkoordje:
stǫrǝmentjkø̄rtjǝ (L319p Molenbeersel),
stormkoord:
stø̜rmkōr (P051p Lummen),
stormlijn:
stǫrǝmli.n (L289p Weert),
stǫrǝmlīn (L211p Leunen, ...
L292a Maxet),
touw voor driekwart:
tǫw vør drējkwart (L265p Meijel)
|
De langste van de twee, drie of vier slaglijnen waarmee de zeilen in geheel opgerolde toestand worden vastgelegd. Het woordtype half koordje (l 374) is opmerkelijk. De invuller kende als benaming voor de ɛhalflijnɛ echter ɛklein koordjeɛ. Zie ook de lemmata ɛkoordjeɛ en ɛhalflijnɛ.' [N O, 5i; N O 5f, A 42A, 71; A 42A, 71 add.]
II-3
|