e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
teentreder (het paard) gaat op de teen: gē.t˱ ǫp ˲tǝn tin (Genk), stopper: stupǝr (Opheers  [(het zet de hoeven plat op de grond)]  ), teenganger: tīǝngaŋǝr (Meeswijk), teentrapper: tiǝntrapǝr (Meijel), teentreder: teentreder (Afferden, ... ), tintrēi̯ǝr (Rothem), tintrɛ̄i̯ǝr (Bree), tiǝntrēi̯ǝr (Gingelom, ... ), tiǝntrēǝi̯ǝr (Heerlerheide), tiǝntrēǝr (Neerpelt), tiǝntręi̯ǝr (Kwaadmechelen, ... ), tiǝntrę̄i̯ǝr (Blerick, ... ), tiǝntrɛ̄i̯ǝr (Bocholt, ... ), tiǝntrɛ̄r (Paal), tēntrę̄i̯ǝr (Herten, ... ), tēntrɛ̄i̯ǝr (Thorn), tēǝntrēi̯ǝr (Leopoldsburg), tē̜ntrę̄i̯ǝr (Urmond), tęi̯ntrē̜ǝr (Bilzen), tī.ntrii̯ǝr (Hasselt), tīntrēi̯ǝr (Venray), tīntrēǝr (Diepenbeek), tīntrę̄i̯ǝr (Baexem, ... ), tīǝntrēi̯er (Herk-de-Stad), tīǝntrē̜i̯ǝr (Haelen, ... ), tīǝntręi̯ǝr (Neeroeteren), tenentreder: tiǝnǝtrɛi̯ǝr (Meeuwen), tīnǝtrē̜i̯ǝr (Tungelroy), tīnǝtrɛi̯nǝr (Mechelen), toontreder: tōntrɛ̄i̯ǝr (Swalmen), trampelaar: trampelēr (Oirsbeek), trippelaar: trepǝlē̜r (Meeswijk), trīǝpǝlɛ̄r (Opglabbeek) Paard met naar binnen gedraaide hoeven, waarvan het het voorste deel eerst op de grond zet, omdat een achterpees lam is; daardoor heeft het geen vlotte gang. [N 8, 84b] I-9