e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vitsen flikkeflooien: flekǝflōjǝ (Eisden), flikken: flekǝ (Eisden), lokselen: lyksǝlǝn (Hamont), rijen: rijǝ (Hoensbroek), riǝ (Einighausen), rijgen met witsen: rīgǝ met wetsǝ (Stevensweert), slinderen: slindǝrǝ (Zelem), tuinen: tȳnǝ (Grathem, ... ), vademen: vajǝmǝ (Middelaar), vitselen: vestǝlǝ (Sittard), vetsǝlǝ (Boekt Heikant, ... ), vøtsǝlǝ (Bree), vitsen: fetsǝ (Bilzen, ... ), fi ̞tsǝ (Vliermaal), fętsǝ (Beverst), vetsǝ (Beringen, ... ), vetšǝ (Banholt, ... ), vetǝ (Tessenderlo), veʔǝ (Kwaadmechelen), vitsǝ (Opheers, ... ), vitšǝ (Hoensbroek, ... ), vętsǝ (Borlo, ... ), vlechten: vløxtǝ (Borgharen, ... ), vlęxtǝ (Leopoldsburg), vlɛxtǝ (Beringen, ... ), vlechten met witsen: vløxtǝ met wetsǝ (Stevensweert), wissen: wesǝ (Bree), wešǝ (Neerharen), wisǝ (Rosmeer), witselen: wetsǝlǝ (Maaseik), witsen: wetsǝ (Thorn), wetšǝ (Geulle), witsen vlechten: wetsǝ vlɛxtǝ (Tegelen) Vlechtwerk vervaardigen voor de wanden van gebouwen met vakwerk. In L 318b werd dit werk verricht door de 'tuiner' ('tȳnǝr'). In een aantal plaatsen, bijvoorbeeld in Q 111, leverde ook de strodekker gevlochten wanden voor de huizenbouw. In Q 83 gebruikte men 'hondshout' ('hǫnshōt'), een makkelijk te klieven houtsoort, voor het vlechtwerk van lemen huizen. Zie ook het lemma 'Reephout'. [N 4A, 53g; N F, 56a; monogr.] II-9