e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlaai bedelaarsvlaai: bëdelersvlaoj (Gronsveld), dorye (wa.): dorra (Sluizen), spiegel: spīēgël (Tongeren), spijsvla: of zoals de Hollanders zeggen "vlaai  sjpiesvlaa (Sittard), taart: tōērt (Gelinden), met toelichting van de bereidingswijze  tŏĕrt (Tongeren, ... ), oorspronkelijk  taart (Echt/Gebroek), Syst. Frings  tūət (Gingelom), taartvlaai: met toelichting van de bereidingswijze  tŏĕrtvloi-j (Tongeren), vla: fla (Beegden, ... ), flaa (Posterholt), vla (Heerlen, ... ), vlaa (Guttecoven, ... ), vlo͂ͅ (Borgloon), (vlaai).  vla (Margraten), = "flaai"(Roermonds!).  vla (Sittard), Eigen phonetische  vlaa (Valkenburg), Eigen syst.  vla (Heerlen), gebakken van fijn deeg, belegd met een laag vruchten, vruchtenmoes, rijst e.d. Dao is niks baeter in ?t Gulikerlanj, wie booter op ?ne vlaaranjt: aanduiding van buitengewoon fijne vla "dat is dun van laer en dik van sjmeer": wordt gezegd van goede vla  vlaa (Sittard), schj=ch van chocolade  vla (Heerlerheide), Syst. Frings  vlōͅ (Halen, ... ), Syst. WBD  vla (Holtum, ... ), vlaa (Neerbeek), Verklw. vleëke  vla (Heerlen), vla-tje: vlaeke (Puth), vlaai: flaai (Asenray/Maalbroek, ... ), flaaj (Belfeld, ... ), flāi̯ (Gennep, ... ), vla(o)w(ə) (Gelinden), vlaai (Dilsen, ... ), vlaai, flaaje (Roermond), vlaaie (Venlo), vlaaij (Baarlo), vlaaj (Mechelen-aan-de-Maas, ... ), vlaij (Hasselt), vlao (Berbroek, ... ), vlaoe (Sint-Lambrechts-Herk), vlaoi (Beringen, ... ), vlaoie (Maastricht, ... ), vlaoj (Gronsveld, ... ), vlaoë (Boekhout), vlāi̯ (Paal), vlāj (Maaseik, ... ), vlā‧j (Meeswijk), vla͂.j (Hasselt, ... ), vla͂j (Houthalen), vloae (Wellen), vloai (Genk, ... ), vloaj (Beverlo, ... ), vloej (Sint-Truiden), vloie (Heers), vlowe (Gelinden), vlōͅi̯ (Helchteren, ... ), vlōͅj (Smeermaas, ... ), vlo͂ͅ (Borgloon), vloͅi̯ (Mielen-boven-Aalst), vloͅj (Ketsingen), vloͅə (Borgloon), vloͅəi̯ (Overpelt), vláeaj (Lanaken), vlááj (Bree, ... ), vlòj (Tongeren, ... ), vlòwəj (Lommel, ... ), vlój (Riemst), vlôje (Godschei), #NAME?  flaaj (Susteren), (taart is een betere soort vlaaj).  vlaaj (Obbicht), (v.).  vla͂j (Helchteren), (vr.).  vlāj (Lanklaar), bestaande uit een ronde deegbodem met opstaande rand, opgevuld met spijs Op enne verbrände flaaj soeker strowwe: gebreken trachten te verbergen Haaj "haaj"ien de boks geschete, dan haaj hij flaaj gehad: gezegde wanner men dikwijls het woor "haaj"zegt  flaaj (Castenray, ... ), Een specifiek Limburgse lekkernij, waarvan vroeger, vooral met de kermis, enorme hoeveelheden werden verorberd. Bekend zelfs in heel Nederland zijn de "Wieërter vlaetjes"Verklw. vaejke of vlaetje Vlaaisoorten: proêmevlaaj, körsevlaaj, kroonselevlaaj, potsókkervlaaj, kruuëmelkesvlaaj, riêstevlaaj, oeëftevlaaj, moorevlaaj Astejje ¯n gooj vlaaj hetj dan mót ze zeen, dun van laer en dik van smaer: een goede vlaai heeft een dunne bodem van deeg waarop in ruime mate beleg is aangebracht  vlaaj (Altweert, ... ), Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6  vlaaj (Berg-aan-de-Maas), gebeurt zelden thuis  vloje (Sint-Truiden), gewone bereiding; deeg wordt naar de bakker gedragen  vlèèj (Maaseik), gewoon taart"; met toelichting van de bereidingswijze  vlowe (Loksbergen), In Enq. Willems 1887, nog "vlooj  vloj (Bilzen), men kende niets anders dan witte brood en -"; met toelichting van de bereidingswijze  vlaoi (Oostham), met toelichting van de bereidingswijze  vlaai (Hechtel), vlaj (Beringen), vlaoe (Kortessem), vlaoi (Stokrooie), vlaoë (Stevoort), vlauj (Meldert), vlawe (Wellen), vlaôəj (Oostham), vloa (Sint-Lambrechts-Herk), vloaj (Montenaken), vloaje (Houthalen), vloaw (Heers), vloâj (Ordingen), vláj (Beringen), vlááj (Bree), met toelichting van de bereidingswijze (bloem, gist, melk, zout, suiker, kaneel)  vlaaiə (Tessenderlo), met toelichting van de bereidingswijze; (appel-, proumen-, er-, (naar wat erop zit) en ook nog kook-)  vloaj (Heusden), Minder voorkomend dan vla  vlaai (Ubachsberg), Mèt kèr¯¯mues wienë dó héel wat vlôië gëbàkkë vgl. toert "vlôi"met deksel  vlôi (Tongeren), Mèt kèr¯¯mës wienë dó héel wat vlôië gëbàkkë  vlôi (Tongeren), Nieuwe [spelling]  flaaj (Reuver), Scherpe F.  flaai (Ell), Syst. Eijkman  flāi̯ (Gennep), Syst. Eykman  flai̯ (America), Syst. Frings  flāi̯ (Kessenich), vlaəi̯ (Gingelom), vlāii̯ (Linde), vlāi̯ (Beringen, ... ), vlāi̯ə (Beringen), vla͂i̯ (Hasselt, ... ), vla͂əi̯ (Gingelom), vlōͅ.i̯ (Overpelt), vlōͅi̯ (Beverlo, ... ), vlōͅə (Melveren), vlōͅəi̯ (Niel-bij-St.-Truiden, ... ), vloͅ(ə) (Opheers), vloͅi̯ (Heppen, ... ), vloͅəi̯ (Achel), Syst. Frings (?)  vlāi̯ (Kinrooi), Syst. Frings Taart  vloͅi̯ (Beverlo), Syst. Frings vrl.  vlāi̯ (Bree, ... ), Syst. Frings Zonder deksel.  vlai̯ (Hasselt), Syst. Grootaers  vloͅu̯i̯ (Lommel), Syst. IPA  vla͂i̯ (Paal), vlo̞u̯əi̯ (Kwaadmechelen), Syst. Veldeke  flaai (Tegelen), flaaj (Kinrooi), vlaai (Kinrooi), vlaaj (Tegelen), Syst. Veldeke Mv.: flaetjes  flaaj (Roermond), Syst. WBD  flaa (Neer, ... ), flaa.j (Maasniel), flaai (Maasniel, ... ), flaaj (Baarlo, ... ), vlaai (Boekend, ... ), vlaaj (Blerick, ... ), vlāōj (Mechelen), Syst. Wbk. van Bree  vlaai (Bree), Ver krege eers knapkook, toen flaaj en daonao kwaam den opzat aan de beurt  flaa:j (Roermond), Verklw. flaejke  flaaj (Venlo), Verklw. vl#u\\i¿\\n  vloͅuəi (Lommel), Verklw. vlaejke  vlaai (Venlo), vlaaj (Venlo), Verklw. vlk\\  vlāi̯ (Meeuwen), verklw. vloikë  vloi (Hoeselt), Verklw. vläöjke  vlaoj (Maastricht), Vlade (koek) en vlaeye: Gooj vlaai is dun van lèèr en dik van smiêr: een goed gevulde taart dient goed gevuld te zijn op een dunne onderlaag  vlaai (As, ... ), vlaoj ete koffie mèt vlaoj Groete vlaoje woorte mèt kèrremis gebakke  vlaoj (Maastricht), ¯t beeste int lântj es booter oppe vlaajkantj: vroeger zei men dat er niets lekkerder was dan boter op de korst van de vlaai  vlaaj (Altweert, ... ), vladem: flām (Eupen), vlaam (Epen, ... ), Syst. Veldeke  vlaam (Bocholtz), Syst. WBD  vlaam (Kerkrade), Verklw. vleëmke  vlaam (Heerlen), Verklw. vleëmsje  vlaam (Bleijerheide, ... ) (limburgse) vlaai (brooddeeg met gist, ei, boter, melk en een weinig suiker bereid, en voorzien van vulling) || bekend cirkelvormig gebak || cirkelvormig gebak met fruit op, vlaai || cirkelvormig gebak met vulsel || fijn gebak dat de huismoeders vooral ter gelegenheid van de kermis klaarmaken [ZND 48 (1954)] || limburgs gebak || Limburgse vla || limburgse vlaai || opgemaakte vlaai b.v. met riempjes of deegfiguren || platte en ronde taart || platte, ronde broodkoek, belegd met fruit of rijstebrij || rond Limburgs gebak || ronde platte taart zonder deksel || ronde, platte taart zondere deksel || taart [SGV (1914)] || Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] || vla || vla, bekend cirkelvormig gebak met vulling [N 16 (1962)] || Vla, bekend cirkelvormig gebak met vulling (vlaoj, flaaj, tabbeschaas?) [N 16 (1962)] || vlaai [ZND A2 (1940sq)] || vlaai (van mindere kwaliteit) || vlaaien III-2-3