e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zaak bedoening: bedooëning (Mheer), bedrijf: bedri-jf (Bree), bedrie.f (Thorn), bedrieef (Weert), bedrief (Born, ... ), bedriev (Meijel), bedriēf (Hoensbroek, ... ), bedrijf (Leopoldsburg, ... ), bedriêf (Venlo), bedriëf (Sevenum), bedrīef (Echt/Gebroek), bedrīēf (Amby, ... ), bədri-jf (As), bədrie.f (Kelpen), bədrief (Guttecoven, ... ), bədrīēf (Beesel, ... ), bədrĭĕf (Meijel), bədərīēf (Maastricht), e bedrief (Klimmen), en goej bedrief (Oirlo), ə bədrīēf (Maastricht), ⁄n bedrief (Blerick), ⁄t bedriēf (Schimmert), Algemene opmerking, geldend voor deze vragenlijst:  bedrief (Kesseleik), Algemene opmerking, geldend voor de gehele vragenlijst:  bedriĕf (Brunssum), o.  bədrī.f (Eys), Zo wordt het ook wel genoemd.  bedrīēf (Meerlo), commerce (fr.): commerce doen (Jeuk), kommērs doon (Bocholt), kommérsj (Maastricht), kəmèrs (Loksbergen), commersie doen  këmêrs dun (Tongeren), Note v.d. invuller:  commerce (Jeuk), doening: doning (As), fabriek: fabriek (Roermond), febriek (Reuver), fəbrik (Maastricht), gedoen: gedoen (Meeuwen), geduun (Eksel), gedoens: gedeuns (Stein), gedoons (Montfort, ... ), gedöns (Heerlerbaan/Kaumer), gədeuns (Venlo), (in ongunstige zin).  gedoons (Haelen), (vroeger misschien?).  gedoons (Herten (bij Roermond)), gedoente: gedoent (Meijel), geschft (du.): geschēf (Eys), gesjef (Oirsbeek, ... ), gəsjèf (Heerlen, ... ), jesjef (Kerkrade), inboedel: inboedel (Vlodrop), labeuring: (vero. boerderij) ? ps. eerste woord is niet goed te lezen!  lebeuring (Gronsveld), nering: nering (Herten (bij Roermond), ... ), (is oudere benaming).  niring (Meijel), zaak: de zaak ane gank haoje (Heel), de zaak drieënde houten (Klimmen), de zaak openhaoje (Ell), ein zaak höbbe (Kinrooi, ... ), en goej zaak (Oirlo), zaa.k (Kelpen), zaak (Amby, ... ), zaok (Gronsveld), zāāk (Maastricht, ... ), zeek (Weert), zoak (Eigenbilzen), záák (Heel, ... ) inrichting voor de uitoefening van een bepaalde tak van industrie, handel, enz. [bedrijf, zaak, gedoente, doen, gedoe, gedoendel] [N 89 (1982)] || winkel drijven [N 102 (1998)] III-3-1