22742 |
zelfgemaakte tol |
bobijn:
voor de kleine met de koord aan een stok
bebien (L417p As),
bobijntje:
bobijnke (K316p Heppen),
dop:
dop (L317p Bocholt, ...
P185p Engelmanshoven,
P190p Gotem,
P188p Hoepertingen,
Q093p Rosmeer,
Q166p Vechmaal,
Q171p Vlijtingen),
doͅp (K314p Kwaadmechelen, ...
Q171p Vlijtingen),
dopje:
deupke (L419p Elen),
dobke (P220p Mechelen-Bovelingen),
dopke (P184p Groot-Gelmen, ...
P176p Sint-Truiden),
doͅpkə (K353p Tessenderlo),
dupke (Q163p Berg),
dêpke (Q085p Hoelbeek),
döpkə (Q080p Vliermaal),
dəpkə (Q156p Borgloon, ...
Q087p Gellik,
P176p Sint-Truiden),
eerste e als in je jette
depke (Q170p Grote-Spouwen),
doppelaar:
doppelaar (Q075p Vliermaalroot),
draaidop:
drɛ.dup (P176p Sint-Truiden),
geseldop:
gesseldop (K278p Lommel),
houwdop:
houdop (Q164a Widooie, ...
P118a Wijer),
jojo:
jojo (L360p Bree),
kokkerel:
koekerel (Q002p Hasselt),
kokerel (Q013p Uikhoven),
kokkerel (Q009p Mechelen-aan-de-Maas, ...
P056p Stokrooie),
kokkerelletje:
koekkerelleke (Q090p Mopertingen),
kokkernol:
koekernol (Q157a Overrepen),
konkerel:
koengkrel (P117p Nieuwerkerken),
koenkerel (P177p Zepperen),
konkerel (P118p Kozen, ...
P119p Sint-Lambrechts-Herk),
koͅŋkərɛl (Q003p Genk),
konkernel:
konkernel (K357p Paal),
konkernol:
vroeger
koenkernol (Q078p Wellen),
krokkerel:
krokkerel (P118a Wijer),
popperel:
poeperel (L421p Dilsen),
popperel (L371p Ophoven),
poppernel:
poppernel (L368p Neeroeteren),
pupərnel (L415a Dorne),
pupərnɛ̄l (L416p Opglabbeek),
laatste lettergreep aamhouden en beklemtonen
popərnel (L424p Meeswijk),
spillebeen:
[sic]
spillebein (L370p Kessenich),
tang?:
tang (P055p Kermt),
tirvelmoets:
tielvermoets (Q211p Bocholtz, ...
Q116p Simpelveld),
[Met afbeelding].
tielvermoets (Q121p Kerkrade),
zakkenspringer:
[sic]; vgl. sleuteltol
zy(3)̄kə:spreŋər (L369p Kinrooi),
zelfgemaakte kokkerel:
zelfgemaakte kokerel (P056p Stokrooie),
zijpendopje:
2. Klein sleepbootje, tuffertje.
ziebedöpke (L288p Nederweert),
zijpenspringer:
ziebespringer (L288p Nederweert)
|
1. Ziebespringer tolletje uit half garenklosje. || Drijftol. [ZND 01 (1922)] || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed, dat men zelf gemaakt heeft, b.v. van een garenklosje (Vl. bobijn)? N.B. Soms gebruikt men dit speelgoed als drijftol, soms wordt het ook zelf met de vingers in beweging gebracht). [Lk 03 (1953)] || Tolletje uit half garenklosje. || Tolletje.
III-3-2
|