e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zuurtijd aanzuurtijd: ānzōrtīt (Heythuysen), gaan: gø̜nǝ (Stein), geren: gērǝ (Maastricht), gisting: gisting (Sint-Truiden), gisttijd: gɛstit (Bocholt), heefseltijd: hē̜sǝltē̜t (Melveren), het gaan: hǝt gǭn (Houthalen), het zuur aanzetten: ǝt zōr ānzɛtǝa (Heythuysen), heveltijd: hējvǝltējt (Lommel), laten desemen: loatǝ dē̜ǝsǝmǝ (Gulpen), rijpen: rīpǝ (Neeritter), rijstijd: ręjstīt (Ulestraten), rusttijd: røstīt (Maastricht), tijd van zuren: tsīt va zȳǝrǝ (Kerkrade), tijd voor het gaan: tīt vȳr ǝt gun (Gronsveld), verzuren: verzuren (Rekem), zuren: zø̄rǝ (Maaseik), zūerǝ (Noorbeek), zūrǝ (Heugem, ... ), zuurtijd: sūrtīt (Geleen), zo.rtī.t (Panningen), zurtsit (Kaalheide), zuwǝrtęjt (Munsterbilzen), zuǝrtīt (Noorbeek), zȳrtīt (Cadier), zȳrtīǝt (Voerendaal), zōrtīt (Helden, ... ), zūrtęjt (Genk), zūrtīt (Herten, ... ), zūrtɛ̄t (Kwaadmechelen) De tijd gedurende welke het deeg moet blijven liggen om zuurdeeg te worden. Volgens informanten kan deze tijd verschillend zijn. Gewoonlijk duurt die één à twee dagen. Maar ze kan ook één nacht beslaan of een week of soms zelfs 14 dagen. De beantwoording van de vraag de "zuurtijd" was gedeeltelijk van dien aard dat een aantal woordtypen werkwoorden zijn. [N 29, 23c] II-1