e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bruid bruid: 1a-m; 22, 29a;  bruid (Beverlo) bruid [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruidegom bruidegom: 1a-m; 22, 29a;  bruidegum (Beverlo) bruidegom [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruidje in de processie meidje: medekes (Beverlo), metekes (Beverlo), ə mētəkə (Beverlo) Een maagdeken ( in de processie). [ZND B1 (1940sq)] || Hoe heten de kleine meisjes die in de processie gaan? [ZND 22 (1936)] III-3-3
bruiloft bruiloft: brölöft (Beverlo, ... ), 1a-m; 22, 29b;  brəleft (Beverlo) bruiloft [ZND 01 (1922)] || huwelijksfeest III-2-2
bruine gebreide dameskous bruine gestrikte kous: bruin gestrikde kaase (Beverlo), bruin gestrikde kase (Beverlo) dameskousen, bruine gebreide ~ [sjanskouse] [N 24 (1964)] III-1-3
brutaal astrant: hè is astrant (Beverlo), h’is astrant (Beverlo) hij is vrijpostig (strant, astrant) [ZND 32 (1939)] III-3-1
bui, regenbui bijs: bijs (Beverlo), vloe: check  floə (Beverlo) bui, regen [ZND 01 (1922)] III-4-4
buik buik: bouk (Beverlo, ... ), bōͅk (Beverlo), buik (Beverlo), bûîk (Beverlo) buik [N 10b (1961)] || de buik [ZND 29 (1938)] || lijf (lichaam, buik) III-1-1
buik (spotnamen) meuk: moeëk (Beverlo), muək (Beverlo), pens: pens (Beverlo), peͅns (Beverlo) buik [N 10b (1961)] || buik: spotbenamingen [N 10 (1961)] III-1-1
buikpijn buikpijn: baukpijn (Beverlo), boukpê"n (Beverlo), bøͅikpēͅin (Beverlo), penspijn: pènspê"n (Beverlo) buikpijn || ik heb buikpijn [ZND 34 (1940)] III-1-2