e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buil op het hoofd knots: knots (Beverlo), nol: nol (Beverlo, ... ) buil || een buil (gezwel, bv. op het hoofd door een slag of val) [ZND 32 (1939)] III-1-2
buitenechtelijk kind basterd: bastörd (Beverlo), gebasterdeerde, een -: 1a-m; 21, 02;  gebasterdeerde (Beverlo), gebastereerde (Beverlo) bastaard [ZND 01 (1922)] III-2-2
buitenzak op een jas buidel: bəl (Beverlo) buitenzak in een jas [jassetes] [N 23 (1964)] III-1-3
buizerd klamper: klamper (Beverlo) buizerd III-4-1
bundel groenten bussel: bussel (Beverlo) samengebonden groente [ZND 22 (1936)] III-2-3
bunzing fis: fis (Beverlo) bunzing III-4-2
buskruit poeder: poeier (Beverlo, ... ) buskruit [ZND 17 (1935)], [ZND 22 (1936)] III-3-1
bustehouder bustehouder: bøstənhoͅuwər (Beverlo), soutien (fr.): Soutien.  seͅrtjēͅ (Beverlo) bustehouder, steunlijfje voor de boezem [N 25 (1964)] III-1-3
buurman gebuur: gebuur (Beverlo, ... ) buurman [ZND 17 (1935)], [ZND 22 (1936)] III-3-1
buurt gebuur: hije wunt in de gebuur (Beverlo), in de gebuur (Beverlo) Hij woont in de buurt [ZND 22 (1936)] III-3-1