19285 |
beslissen |
beslissen:
beslisse (Q202p Eys),
uitmaken:
ū.tmā.kə (Q202p Eys)
|
iets waarover verschil van gevoel is voorgoed tot een einde brengen [scheiden, beslissen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23937 |
besloten tijd |
advent (<lat.):
advent (Q202p Eys)
|
De periode waarin er zonder speciale toestemming niet kerkelijk getrouwd kon worden, namelijk in de Advent en in de Vasten (gesloten tijd, besloten tijd). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21673 |
besteden |
uitgeven:
ū.t˃geͅ.avə (Q202p Eys),
verteren:
vertaere (Q202p Eys)
|
geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21532 |
besteken |
schenken:
schinke (Q202p Eys),
šeͅ.ŋkə (Q202p Eys)
|
kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23507 |
bestelde mis |
aangevraagde mis:
agevraogde mès (Q202p Eys),
bestelde mis:
bestelde mès (Q202p Eys)
|
Een bestelde H. Mis. [N 96B (1989)] || Een mis die gelezen wordt op verzoek van de gelovigen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21861 |
bestellen |
bestellen:
bestelle (Q202p Eys),
bəšt‧ɛlə (Q202p Eys)
|
opdracht geven om waren af te leveren of te bewaren [bestellen, commanderen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18922 |
bestemmen |
aanwijzen:
ā.wī.zə (Q202p Eys),
betijen:
betije (Q202p Eys)
|
iets of iemand aanwijzen voor een bepaald doel [betijen, bestemmen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25105 |
bestendig weer |
vast (weer):
vas weer (Q202p Eys),
vast waer (Q202p Eys)
|
lucht die vast, bestendig weer betekent [hooilucht, vaste lucht] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
23976 |
bestialiteit |
onnut:
onnut (Q202p Eys)
|
Bestialiteit, geslachtsomgang met wezens van een andere natuur. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21471 |
betalen |
afrekenen:
(gesubst. ww. o.
‧āfreͅ.akənə (Q202p Eys),
betalen:
(gesubst. ww. o.
bətā.lə (Q202p Eys)
|
de betaling voor bijv. geleverde goederen [paai] [N 89 (1982)]
III-3-1
|