e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gemmenich

Overzicht

Gevonden: 787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een veulen werpen (een) veulen werpen: vø̜̄ǝlǝ węrǝpǝ (Gemmenich) Als de weeën toenemen, gaat de merrie liggen. De geboorte begint, als de vliezen breken en het vruchtwater wegloopt. [JG 1a, 1b; N 8, 52] I-9
een ziekte onder de leden hebben niet in een goede huid steken: e steekt neet enen joo hoet (Gemmenich) ziekte onder de leden hebben [N 10 (1961)] III-1-2
eerste baardharen duivelshaar: duvelshor (Gemmenich) baardharen, eerste ~ [muggebeen, duivelshaar] [N 10 (1961)] III-1-1
ei zonder schaal liezenei: lisǝęi̯ (Gemmenich) Ei dat alleen door een vlies is omgeven en dat geen schaal heeft. [N 19, 54a; N 7, 11; JG 1b, 1c, 2c; L 5, 80; Vld.; L B2, 366; monogr.] I-12
eik eik: e:k (Gemmenich) eik [RND] III-4-3
eikel eiker: iəkərə (Gemmenich) eikels [RND] III-4-3
ekster hekster: hester (Gemmenich) ekster (46 overal bekende zwart-witte vogel met lange flodderstaart; broedt in grote stevige takkennesten hoog in hoge bomen (populieren vaak tam gemaakt [N 09 (1961)] III-4-1
endeldarm aarsdarm: der aaschdèrm (Gemmenich) endeldarm [aarsdarm, enteldeerm, gatdarm, teenentoewt] [N 10 (1961)] III-1-1
enten griffelen: jrifələ (Gemmenich) [RND 08] I-7
erwt, algemeen erwt: ɛrt (Gemmenich), ɛ̄ǝ.ts (Gemmenich) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5