e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P047p plaats=Loksbergen

Overzicht

Gevonden: 3995
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blaffen bassen: basə (Loksbergen), basən (Loksbergen), bàssə (Loksbergen) blaffen [Goossens 1b (1960)] || Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een hond (blaffen, bassen, bletsen, basten) [N 83 (1981)] III-2-1
blaten blaten: blātǝ (Loksbergen) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauwe reiger, reiger reiger: rēͅəgər (Loksbergen) reiger [ZND m] III-4-1
blauwe vleesvlieg, bromvlieg dol: dòl (Loksbergen) Hoe noemt u een grote, dikke vlieg, donkerblauw glanzend, die eieren legt in geslacht vlees (dal) [N 83 (1981)] III-4-2
blazen blazen: blaozə (Loksbergen) Hoe noemt u het geluid dat katten voortbrengen als zij kwaad zijn (blazen, spuwen) [N 83 (1981)] III-2-1
bleek bleek: bliək (Loksbergen), blīēk (Loksbergen), hem is zoe bliek (Loksbergen) bleek [ZND m] || Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)] || hij is zo bleek [ZND 21 (1936)] III-1-2
bleke steen weke steen: wī̄kǝ stī̄jǝn (Loksbergen) Metselsteen die onvoldoende doorbakken is. [N 98, 165; S 37; monogr.; N 30 add.] II-8
blekijzer ontschorser: ǫntsxørsǝr (Loksbergen), wissenschiller: wesǝsxęlǝr (Loksbergen) Gereedschap waarmee men de wissen blekt. Meestal is dit een ijzeren klem die op een zwaar stuk hout bevestigd is. Zie ook afb. 263. Soms wordt ook een gespleten stok gebruikt die in de grond gestoken wordt. Dit laatste is het geval in Stramproy (L 318). In Zonhoven (Q 1) gebruikt men een dikke eiken stok als kliever en in Diepenbeek (Q 71) heeft men daarvoor twee ijzers in een V-vorm. [N 40, 24; N 40, 27; N 40, 30; monogr.] II-12
blekmachine ontschorser: ǫntsxøsǝr (Loksbergen) Machine waarmee de wissen ontschorst worden. Zie ook afb. 264. [N 40, 30] II-12
blij blij: blēə (Loksbergen) blij [ZND 01 (1922)] III-1-4