e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

Gevonden: 5227
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bepleisteren met leem bestrijken: met lēm bǝstrīkǝ (Oirlo) De gevlochten vulling van een vak of wand met leemspecie bestrijken. In L 320a gebeurde het 'bezetten' met leem, kalk en haren die door de kapper bijeengespaard waren. Het aanbrengen van de leem werd in Q 121 door de 'leemklener' ('lēmklęǝnǝr') gedaan, in Q 96a en Q 96c door de 'plakker' ('pl'kǝr'). Zie voor het woordtype '(be)klenen' ook RhWb IV, kol. 705 s.v. 'klennen ii': ø̄Lehm in die Gefachwand schmieren, plästern.ø̄ Het woordtype 'spervelen' (Q 30) is een afleiding van het woord 'spervel', de benaming voor een rechthoekig plankje met aan de onderzijde een handvat dat wordt gebruikt bij het bepleisteren van muren. Zie ook het lemma 'Speciebord'. [S 21; L 1a-m; N 4A, 53h; N F, 56d; N 31, 45c; monogr.] II-9
beredderen beredderen: bereddere (Oirlo), klaarmaken: klaormake (Oirlo), vaardig maken: verrig make (Oirlo) beredderen [SGV (1914)] || zaken in orde brengen, zorgen dat iets goed loopt [betimperen, betrekken, kwijten, beredderen] [N 85 (1981)] III-1-4
bergx bergen (mv.): béərgə (Oirlo) berg (bergen) [RND] III-4-4
bericht bericht: bericht (Oirlo) een mondeling of schriftelijk overgebrachte mededeling, inlichting [tijding, ting, weet, bericht] [N 87 (1981)] III-3-1
berk berk: betula alba  baerk (Oirlo), berkenboom: baerkenboeëm (Oirlo) berk || berkeboom III-4-3
berkenbezem rijsbezem: riēsbessem (Oirlo) bezem, gemaakt van berketakken III-2-1
berkenblad berkenblad: baerkeblad (Oirlo) berkeblad III-4-3
beroerte beslag: beslag (Oirlo, ... ) Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, aantok, slag). [N 84 (1981)] || Een plotselinge stoornis in de bloedsomloop, in de hersenen waarbij spraakstoornissen en verlammingsverschijnselen kunnen optreden? [DC 60 (1985)] III-1-2
berrie kaarbalken: kaarbalken (Oirlo) Het uit twee balkjes bestaande toestel op de steenkuip waarop of waartussen het kaar rust. Zie ook afb. 82. [N O, 19h; A 42A, 38; Vds 147; Jan 154; Coe 135; Grof 156; N D, 33 add.] II-3
berriebalken voegburries: voegburries (Oirlo) De twee lange, zware, horizontale balken onderin de molenromp die van stormeinde naar voorweeg lopen en de standerd tussen zich in sluiten. Zie ook afb. 20. [N O, 46a; A 42A, 98] II-3