| 20522 |
beschimmeld |
beschimmeld:
beschummeld broëd (L216p Oirlo)
|
beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 20540 |
beschimmelen |
gisten:
gaeste (L216p Oirlo),
schimmelen:
schummele (L216p Oirlo)
|
Hoe noemt U: Werken van het brood, zodat het schimmelt (spinnen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 20790 |
beschuit |
beschuit:
beschuut (L216p Oirlo)
|
beschuit
III-2-3
|
| 20416 |
beschuit met muisjes |
beschuit met muisjes:
Syst. WBD
beschŭŭt mit muuskes (L216p Oirlo, ...
L216p Oirlo)
|
Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)]
III-2-2, III-2-3
|
| 20711 |
beschuitbol |
beschuitbol:
Syst. WBD
beschŭŭtböl (L216p Oirlo),
bestel:
bestél (L216p Oirlo)
|
beschuitbol eenmaal gebakken en nog niet doorgesneden || Beschuitbollen, éénmaal gebakken en niet doorgesneden (bestelle?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 20629 |
beschuitpap |
beschuitenpap:
beschutepáp (L216p Oirlo),
beschuitpap:
Syst. WBD
beschŭŭtpap (L216p Oirlo)
|
beschuitpap || Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 25728 |
beslaan |
kanten:
kãntǝ (L216p Oirlo)
|
De stam vierkant hakken met behulp van de beslagbijl. [N 50, 18c; monogr.]
II-12
|
| 19285 |
beslissen |
een beslissing nemen:
en beslissing neme (L216p Oirlo)
|
iets waarover verschil van gevoel is voorgoed tot een einde brengen [scheiden, beslissen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 23937 |
besloten tijd |
gesloten tijd:
gesloten tied (L216p Oirlo)
|
De periode waarin er zonder speciale toestemming niet kerkelijk getrouwd kon worden, namelijk in de Advent en in de Vasten (gesloten tijd, besloten tijd). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 21673 |
besteden |
verteren:
vertaere (L216p Oirlo)
|
geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|