| 18653 |
leren muts die onder de kin wordt gesloten |
leren kap:
leere kap (Q117a Waubach),
leren muts:
leere mutsj (Q117a Waubach)
|
muts, op bivakmuts gelijkende lederen ~ die onder de kin met een knoop wordt gesloten [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 25355 |
leren schede |
leren tas:
[leren] tɛš (Q117a Waubach)
|
De slachter draagt vaak aan zijn gordel een leren of houten "holster", waarin hij het gereedschap dat hij tijdens het slachten steeds bij de hand moet hebben, met name de messen, opbergt. Daarnaast heeft hij meestal nog een tas of iets dergelijks bij zich, waarin hij zijn overig gereedschap (de bijl, het schietmasker, de brander e.d.) vervoert. Het is goed mogelijk dat een aantal respondenten op deze tas doelt. Een eventuele toevoeging leren wordt niet fonetisch gedocumenteerd. Zie afb. 3. [N 28, 121a; N 28, 121b; monogr.]
II-1
|
| 27596 |
lesboek, instructieboek |
leerboek:
li.ǝrbōk (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale])
|
Instructieboek dat men nodig heeft voor de opleiding tot bijvoorbeeld houwer. [N 95, 994]
II-5
|
| 30653 |
letterzetter |
letterzetter:
lętǝrzętǝr (Q117a Waubach)
|
Penseel waarvan de haarbundel spits toeloopt. Het wordt gebruikt bij het schilderen van naamborden, opschriften etc. [N 67, 42b]
II-9
|
| 19125 |
leugen |
leugen:
luëge (Q117a Waubach)
|
een bewust uitgesproken onwaarheid [foet, lieg, leugen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 19383 |
leunstoel |
sessel (d.):
zessel (Q117a Waubach)
|
Een leunstoel met een hoge brede rug, waaraan soms zijstukken zijn aangebracht (zorg, zorgstoel, zetel) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 21341 |
leurder |
kramer:
kriemer (Q117a Waubach),
krimmer (Q117a Waubach),
ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).
krīēmer (Q117a Waubach)
|
koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] || leurder; Hoe werd de man genoemd die dat deed? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
| 21431 |
leuren |
eropuit trekken:
ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).
dròp ōē.t trekke (Q117a Waubach),
langs de deur verkopen:
langs de dūūr verkoope (Q117a Waubach),
op de handel uitgaan:
ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).
op d’r handel ōē.t goa (Q117a Waubach)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)] || leuren; Kent u een oud woord voor te voet met de handelswaar langs de huizen gaan van deur tot deur zoals bijvoorbeeld marskramers en ketellappers deden? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
| 17568 |
levend vlees onder de huid |
vlees:
vleesj (Q117a Waubach)
|
levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 17697 |
lever |
lever:
lèver (Q117a Waubach),
lēvǝr (Q117a Waubach)
|
Grote klier waarin onder andere gal wordt afgescheiden. [N 28, 88c] || lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)]
I-11, III-1-1
|