34509 |
kunstmoeder |
kunstmoeder:
kenstmoi̯ǝr (L417p As),
kenstmudǝr (Q003p Genk, ...
Q005p Zutendaal),
kenstmuoǝr (L416p Opglabbeek),
kenstmōi̯ǝr (L418p Niel-bij-As),
kenstmūdǝr (Q072p Beverst, ...
Q082p Munsterbilzen),
kønstmui̯ǝr (Q001p Zonhoven),
kønstmō.i̯ǝr (L414p Houthalen),
kønstmū.dǝr (Q071p Diepenbeek, ...
Q002a Godschei),
kønstmūdǝr (Q081a Heesveld-Eik),
kønstmūi̯ǝr (Q001p Zonhoven),
stoofje:
stø̄.fkǝ (Q001p Zonhoven)
|
Het deel van de broedmachine waarin de kuikens opgefokt worden en dat hun de nodige warmte verschaft. [JG 1a; monogr.]
I-12
|