e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkdistel auwdissel: ōdisəl (Borgloon), auwdistel: met paarse bloemen, [Sonchus]  audïssël (Tongeren), auwtdissel: owtdiesel (Borgloon), chicoreistruik: chicoreistruk (Borlo, ... ), cichoreistruik: chicoreistruk (Borlo), daamdissel: dāəmdissel (Stevoort), daamdistel: dāəmdissel (Stevoort), dāəmdisseln (Stevoort), dândissəl (Hasselt), daandissel: dândissəl (Hasselt), dauwdissel: daow dissel (Alken), daudisel (Kortessem), daudissel (Mal), dauwdissel (Hoeselt, ... ), dau̯dissəl (Genoelselderen), do disəl (Martenslinde), doaddissel (Vliermaal), dodissel (Martenslinde, ... ), douddissel (Riksingen), doudissel (Beverst), doudissels (Sint-Lambrechts-Herk), doueddissel (Groot-Gelmen), douu̯dissel (Wellen), douwdijsel (Vliermaal), doədissəl (Gutshoven), dōedissel (Beverst), dōͅdīsəl (Kortessem), doͅədīsəl (Kortessem), cf audissel [Sonchus arvensis] en var.  daudïssël (Tongeren), ook: ho6z6slo6t* en ho6z6kyl*  ɛdoəɛdisəl (Diepenbeek, ... ), ook: ZND 23, vr. 12b  daawdissel (Oostham), dauwdistel: daaddistel (Stein), daadistel (Hasselt, ... ), dadistel (Sint-Truiden, ... ), daodissel (Genoelselderen), daodistel (Halen, ... ), daow dissel (Alken), daowdissel (Alken), daudisel (Kortessem), daudissel (Hasselt, ... ), dauwdissel (Hoeselt, ... ), dauwdistel (Genk, ... ), dauədissel (Wellen), dau̯desəl (Kuringen), dau̯dissəl (Genoelselderen), dādestəl (Sint-Truiden), dādesəl (Berlingen), do disəl (Martenslinde), doaddissel (Vliermaal), dodissel (Martenslinde, ... ), doedistel (Bunde, ... ), doodissel (Martenslinde, ... ), doodistel (Munsterbilzen, ... ), douddissel (Riksingen), doudissel (Beverst, ... ), doudissels (Sint-Lambrechts-Herk), doudistel (Vroenhoven), doudistəl (Lanaken, ... ), doueddissel (Groot-Gelmen), douedissel (Groot-Gelmen), douu̯dissel (Wellen), douwdijsel (Vliermaal), douwdissel (Mal, ... ), douwdistel (Eigenbilzen, ... ), douwdistəl (Eigenbilzen, ... ), doədiesel (Kortessem), doədissel (Gutshoven), doədissəl (Gutshoven), dōdesəl (Heks, ... ), dōfdistəl (Bilzen), dōͅdestəl (Halen, ... ), doͅu̯destəl (Beverst, ... ), dūdestəl (Rekem), dūdeͅstəl (Mechelen-aan-de-Maas), dóudiessel (Kortessem), døͅi̯destəl (Stevoort), døͅi̯desəl (Buvingen, ... ), ōdisəl (Borgloon, ... ), oͅu̯desəl (Tongeren), -  doedistel (Mechelen-aan-de-Maas, ... ), aanhangsel N92 voor Sittard  daedistel (Sittard), cf audissel [Sonchus arvensis] en var.  daudïssël (Tongeren), eigen spellingsysteem additie bij vraag 157 e.v. = melkdistel  doedistel (Geleen, ... ), idiosyncr. melkdistel  daedistel (Sittard, ... ), met paarse bloemen, [Sonchus]  audïssël (Tongeren), ook: ho6z6slo6t* en ho6z6kyl*  do6ɛdis6l (Diepenbeek), ɛdoəɛdisəl (Diepenbeek), ook: ZND 1, a-m  daawdissel (Oostham), ook: ZND 23, vr. 12b  daawdissel (Oostham), sonchus oleraceus  doedistel (Sittard, ... ), doédistel (Gronsveld, ... ), Veldeke melkdistel (voor opgave, zie vragenlijst N92 voor Q 111)  doedistel (Merkelbeek, ... ), WLD  daaddistel (Stein), WLD melkdistel (sonchus oleacus)  doedistel (Doenrade, ... ), dauwedistel: doͅu̯ədestəl (Rijkhoven), dø͂ͅuədistəl (Herk-de-Stad), dissel: dissel (Oirlo, ... ), distel: diĕstel (Diepenbeek, ... ), dissel (Paal, ... ), distel (Baarlo, ... ), -  distel (Tungelroy, ... ), Bree Wb.  distel (Bree), eigen spelling  distel (Montfort), ook: toendistel  distel (Echt/Gebroek, ... ), WBD/WLD  distel (Urmond), WLD  distel (Doenrade, ... ), ± Veldeke  distel (Tienray), doofdissel: daafdisel (Rijkhoven), dauf distel (Wijlre), doofdistel: daafdisel (Rijkhoven), daufdistel (Wijlre), dāfdisəl (Rijkhoven), doofdissel (Rijkhoven), doofdistel (Membruggen), dōfdistəl (Bilzen, ... ), duikdistel: duikdistel (Kaulille, ... ), duivedistel: duivendistel (Nieuwerkerken), dyəvendissel (Nieuwerkerken), duivendistel: duivendistel (Nieuwerkerken), dyəvendissel (Nieuwerkerken), duivensittel: duivensitel (Nieuwerkerken), ezelsdistel: ezelsdistel (Neerpelt), ezəlsdestəl (Neerpelt, ... ), ganstong: gōͅwtstaŋ (Hamont, ... ), ganzentong: gaozetoong (Mheer, ... ), goazetoeng (Kessenich, ... ), gōͅwtstaŋ (Hamont), gōͅzətōŋ (Mheer), gōͅzətuŋ (Kessenich), gewone melkdistel: geen aparte naam  gewone melkdistel (Berg-en-Terblijt, ... ), gewone-melkdistel: geen aparte naam  gewone melkdistel (Berg-en-Terblijt), graafstam: graafsjtamme (Melick), graafstam ?: graafsjtamme (Melick), hazekool: haoəzəkŭŭl (Diepenbeek), hazekōēl (Tungelroy), hāžəkyl (Hasselt), hoasekuil (Linkhout), ook: do6dis6l en ho6z6slo6t*  ɛhoəzəkyl (Diepenbeek, ... ), WLD  hazekoul (Ophoven), hazenkool: hazekoel (Tungelroy), hazekoul (Ophoven), hāžəkyl (Hasselt), hoasekuil (Linkhout), hoaəzəkuul (Diepenbeek), hōͅzəkuel (Linkhout), ook: do6dis6l en ho6z6slo6t*  ɛhoəzəkyl* (Diepenbeek), hazensalade: haazeslaaət (Kuringen), haozoezesloot (Spalbeek), hāzəslāət (Kuringen), hoaəzəslaoət (Diepenbeek), hōͅu̯zəsəlōͅu̯d (Lummen, ... ), hōͅzəsəlōͅd (Spalbeek), ook: do6dis6l en ho6z6kyl*  ɛhoəzəɛsloət* (Diepenbeek), ook: do6dis6l* en ho6z6kyl*  ho6z6ɛslo6t* (Diepenbeek), hazesalade: haazeslaaət (Kuringen), haozoezesloot (Spalbeek), haoəzəslaoət (Diepenbeek), hōͅu̯zəsəlōͅu̯d (Lummen), ook: do6dis6l en ho6z6kyl*  ɛhoəzəɛsloət (Diepenbeek, ... ), hofdistel: hoofdistel (Niel-bij-As, ... ), konijndistel: kneindistel (Lanaken), kneindistəl (Lanaken, ... ), konijnekool: konijnenkool (Paal), konijnekruid: konēͅnökrōͅd (Oostham), konijnenkool: konijnenkool (Paal, ... ), konijnenkruid: konēͅnökrōͅd (Oostham), konēͅnəkrø͂ͅd (Oostham), konijnensalade: knijnəslaaət (Kuringen), knineslaast (Kuringen), konijnesalade: knijnəslaaət (Kuringen), konijnsalade: koneͅi̯nslāt (Zonhoven), z. L.J. p. 66  knijn⁄sjslaoët (Zonhoven), konijnsmelk: kneͅi̯nsmɛlk (Houthalen), konijnssalade: z. L.J. p. 66  kenijn⁄sjselaoët (Zonhoven), knijn⁄sjslaoët (Zonhoven), konijnsvoer: Spelling: "fonetisch  knijnsvoor (Maastricht), kruidkoek: kraut-kok (Peer, ... ), kretkoek (Beverlo, ... ), benaming voor de paardenbloem in WLD I, 3 (blz 148)  krautkok (Beverlo), landdistel: landdestəl (Peer, ... ), landdeͅstəl (Peer), lievevrouwdistel: livraadissel (Beverlo, ... ), livraadistel (Beverlo, ... ), melkbloem: melkbloem (Hulst/Konijnsberg), melkdissel: meləkdesəl (Zonhoven), melkdistel: meelkdistel (Swalmen), melk distel (Vijlen), melk-deestel (Sevenum), melkdeestel (Mheer), melkdissel (Zonhoven), melkdistel (Molenbeersel, ... ), mellikdistel (Grevenbicht/Papenhoven), meləkdesəl (Zonhoven), mĕlkdistəl (Molenbeersel, ... ), milkdistel (Kesseleik), mɛlkdestəl (Bree, ... ), -  melkdistel (Maasbree, ... ), [gezeefd uit Distel. HB]  melk distel (Kessel), WBD  mèlkdeestel (Sevenum), WBD/WLD  mellikdistəl (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), WLD  melkdeestel (Mheer), melkdistel (Montfort), milkdistel (Beesel), mèlk-deestel (Sevenum), mèlkdistèl (Guttecoven), méélk-distel (Swalmen), melkkruid: melkkrōͅet (Oostham, ... ), melkkrōͅət (Oostham), melkplant: melkplantj (Thorn), idiosyncr.  mèlkplantj (Thorn), melkspier: melksjpier (Vlodrop), eigen spelling  milksjpier (Vlodrop), mollensalade: -sjlaot? molslaNB slaat hie te beschouwen als plantnaam, daar molle- en niet mollen-!  mölesjaot (Echt/Gebroek), mollesalade: -sjlaot? molslaNB slaat hie te beschouwen als plantnaam, daar molle- en niet mollen-!  mölesjaot (Echt/Gebroek), neet: nieet (Tessenderlo, ... ), nieët (Tessenderlo), netel: netel (Hechtel, ... ), paardsbloem: pèrdsblume (Zutendaal, ... ), paardsdistel: pjarsdeestel (Mheer, ... ), pisbloem: pisbloem (Zutendaal, ... ), pisblom (Lanaken, ... ), scheve: chaive (Opglabbeek, ... ), chève (Bree, ... ), scheef (Gruitrode, ... ), schuven (Bocholt, ... ), shijf (Neerglabbeek, ... ), sjèv (Niel-bij-As, ... ), sjêf (Neeroeteren, ... ), šēͅvə (Meeuwen, ... ), suikerij: soekeraai (Tongeren, ... ), soekerei (s-Herenelderen, ... ), søkərø̄ (Sint-Truiden), søkərø̄ ? (Sint-Truiden), søkərøͅj (Sint-Truiden), suikerijsalade: soekeraaisloat (Bilzen, ... ), soekeraaissloat (Bilzen), sutterij: suttereij (Sint-Lambrechts-Herk, ... ), tuindistel: toedistel (Bingelrade, ... ), toendistel (Echt/Gebroek, ... ), toendistelen (Maaseik, ... ), toeəndistel (Echt/Gebroek), tōēdistel (Roermond, ... ), tōēndistel (Swalmen), tu:ndestəl (Stokkem, ... ), tundestəl (Neerpelt), tŭjndĭstəl (Maaseik), -  toendistel (Echt/Gebroek, ... ), toeëndistel (Tungelroy), ook: distel  toendistel (Echt/Gebroek, ... ), sonchus  tū.ndestəl (Meeswijk, ... ), Veldeke  toe-en distel (Echt/Gebroek), WLD  toendistel (Posterholt), WLD = melkdistel  toendistel (Posterholt, ... ), tuitdistel: -  toeëtdistel (Tungelroy, ... ), vetwortel: vetwottel (Spalbeek, ... ), vraag: vraach (Ophoven), vrach: vraach (Ophoven, ... ), zuigdistel: zouw’distel (Bleijerheide, ... ), zuurmelk: zoer melk (Schimmert), zoermelk (Schimmert), zoermilk (Epen, ... ), zoermélk (Welkenraedt), zoormelk (Thorn), idiosyncr.  zoormèlk (Thorn), WLD  zōērmilk (Epen) [DC 60A (1985)] [DC 69 (1994)] [N 82 (1981)] [ZND 01 a-m (1922)]akkermelkdistel || gewone melkdistel (Cirsium arvense L.) [DC 60a (1985)] || kaarddistel (VanDale: gew. ben.vd kaardebol) [ZND m] || melkdistel [N 82 (1981)], [N 92 (1982)], [N 92 (1982)], [ZND 01 (1922)] || Melkdistel (sochus oleraceus 20 tot 100 cm groot. De bladeren zijn meestal ingesneden en de stengel omvattend, zacht stekelig getand, dofgroen van kleur. De bloemhoofdjes zijn klein, de bloemen zijn lichtgeel. Bloeitijd van juni tot oktober (zijdistel, [N 92 (1982)] || Melkdistel (Sochus oleraceus) [N 92 (1982)] || melkdistel(?) || Zachte melkdistel (voor konijnen) [ZND 23 (1937)] I-7, III-4-3