e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eys

Overzicht

Gevonden: 5461

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aflaat aflaat: aflaot (Eys) Een aflaat [ablas?]. [N 96B (1989)] III-3-3
afleggen van een dode afleggen: aaflekke (Eys), afnemen: ‧āfnø.mə (Eys) een lijk reinigen en met het doodsgewaad bekleden, meestal tevens van het bed afnemen [afleggen, lijken, ontwaden] [N 87 (1981)] III-2-2
aflichten afluchten: ˙āfly.ǝtǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Wilhelmina]) Met behulp van een veiligheidslamp mogelijk aanwezig mijngas opsporen. Bij een aanwezigheid van mijngas zal zich rond het klein gedraaide vlammetje van de lamp een lichtblauwe doorzichtige lichtkegel vormen. De lengte van de lichtkegel, dus eigenlijk de lengte van de gasvlam, geeft het gehalte mijngas aan. [N 95, 236; monogr.; N 95, 413; Vwo 47; Vwo 337; Vwo 338; Vwo 872] II-5
afpassen met de voet, aftreden aftreden: aftraenne (Eys), ‧āftr‧eͅanə (Eys) de lengte bepalen door stappen [aftreden] [N 91 (1982)] III-4-4
afraffelen afratelen: afratelen (Eys) (te) snel bidden, een gebed afraffelen. [N 96B (1989)] III-3-3
afrikaantje afrikaantje: afrikaantje (Eys) Afrikaantje (tagetes patula). De bladeren zijn samengesteld en tevens ovaal. De bloemkorfjes staan op zeer verdikte stelen. Het zijn lage plantjes, welke vaak gebruikt worden voor randen en mozaïek-perken. De bloemen zijn donkergeel, meest met bruin gekle [N 92 (1982)] III-2-1
afrit afweg: afweg (Eys), een bergje af: ə b‧ɛrəxškə ‧āf (Eys) een hellende weg waarlangs men een brug, een dijk enz. kan verlaten (afrit, afging, afrij) [N 90 (1982)] III-3-1
afromen aflaten: ǭfloǝtǝ (Eys) De room van de melk scheppen. Men kon de room van de melk scheiden door met een houten latje de room tegen te houden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden roomschotel wegvloeide. Een andere methode was de melk overgieten of aflaten in een andere kruik of emmer, terwijl men de aan de oppervlakte gevormde room tegenhield door blazen. Een modernere manier van scheiden van room en melk gebeurde met de melkmachine of centrifuge. [A 23, 3; Lu 1, 3; JG 1a, 1b, 1d; Vld.; monogr.] I-11
afschamper schampschot: šampšyǝt (Eys) De kogel die niet helemaal in de kop door-dringt, of het schot dat niet lukt. [N 28, 8; monogr.] II-1
afscheuren, afritsen afrijten: ‧āfrī.tə (Eys), afscheuren: afscheure (Eys) afscheuren [rippen, afritsen] [N 91 (1982)] III-4-4