e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vucht

Overzicht

Gevonden: 1277

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beschuit beschuit: 1a-m  beschuut (Vucht) beschuit [ZND 21 (1936)] III-2-3
besjes aan de aardappelplant zaadbollen: zǭdbøl (Vucht) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
besteken besteken: ène besteken (Vucht, ... ) Iemand besteken (ter gelegenheid van zijn naamfeest). [ZND 33 (1940)] III-3-1, III-3-2
betalen betalen: de moos gelds huiben veur te koone te betalen (Vucht) Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] III-3-1
beteuterd de kluts kwijt: ə woar de kluts kwit (Vucht), ook materiaal znd 32, 67  də kluts kwiet (Vucht) beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)] III-1-4
betrappen traperen (<fr.): getrappèrd (Vucht) betrappen [ZND 32 (1939)] III-3-1
betten van een wonde baden: bejjen (Vucht) een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
beuk beuk: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk  beuk (Vucht) beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)] III-4-3
beurs, overrijp murg: murg (Vucht), møͅrx (Vucht) beurs [ZND 01 (1922)] || overrijp, murw [ZND 31 (1939)] III-2-3
bevruchten treden: trē.i̯ǝn (Vucht) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12