e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Berg

Overzicht

Gevonden: 1344
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wit van het ei wit: wit (Berg) [JG 1b, 1c; monogr.] I-12
witte klaver, steenklaver steenklee: štęi̯n[klee] (Berg), wilde klee: weljǝ [klee] (Berg) Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5
witte kool wit moes: wit moes (Berg), witte kabuis: wit kəbau.s (Berg) [Goossens 1b (1960)] [Lk 05 (1953)] I-7
wolk alg. wolk: woͅlək (Berg) wolk [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
wonen wonen: wuənə (Berg) wonen [ZND A1 (1940sq)] III-2-1
worst pens: pɛns (Berg), worst: bijna nooit gebr.  woͅs (Berg) worst [ZND A1 (1940sq)], [ZND A2 (1940sq)] III-2-3
wortel wortel: wǫ.tǝl (Berg) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
worteltje molpenstaarten: moͅ.ləpəsteͅt (Berg) Fijne variëteit tuinwortelen [Goossens 1b (1960)] I-7
wrijven wrijven: vraivə (Berg) wrijven [ZND m] III-1-2
wringen wringen: vreŋə (Berg) wringen [ZND m] III-1-2