21119 |
appels van de boom schudden |
afschokkelen:
WLD
afschókkele (L210p Venray),
schokkelen:
Veldeke 1979, nr. 1
schòkkele (L210p Venray)
|
Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
22451 |
aprilgrap |
aprilmop:
aprilmop (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
De onzinnige boodschap op 1 april [aprilvis, aprilzaad, zikkelzaad]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21848 |
arbeid |
werken:
werke (L210p Venray)
|
het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24937 |
arduin, hardsteen |
hardsteen:
d⁄n hárdstieën (L210p Venray),
hârt stieên (L210p Venray)
|
hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25272 |
are, maat van 100 m2 |
roede:
roej (L210p Venray)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 100 vierkante meter [are] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33100 |
aren lezen |
zomeren:
sø̄mǝrǝ (L210p Venray)
|
Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2]
I-4
|
32877 |
arend van de zeis |
ham:
hãm (L210p Venray)
|
Het blad van de zeis loopt aan de zijde waar het met de steel verbonden is uit in een smal, vaak extra verstevigd, stukje staal, de arend, dat tegen de steel van de zeis aanligt en door middel van de zeisring daaraan wordt vastgemaakt. Aan het uiteinde is de arend voorzien van een nokje dat in een gat in de steel wordt gestoken of geslagen; soms zijn er twee dergelijke nokjes (vergelijk het woordtype dobbelang). Voor de hoek die de arend met het zeisblad maakt, en het belang hiervan voor een goede "voering" van de zeis, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Zie afbeelding 5, nummer 1. [N 18, 68a; JG 1a, 1b; A 4, 28c; A 14, 1; L 20, 28c; L 45, 1; monogr.]
I-3
|
18239 |
armband |
armband:
aermbând (L210p Venray),
èrmband (L210p Venray)
|
band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
21709 |
armbestuur |
arme, de ~:
d’n aerme (L210p Venray),
armenraad:
ermeroad (L210p Venray)
|
de instelling die zich tot doel stelt arme mensen te ondersteunen [arme, armekom-mer, grootvaal, armbestuur] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23355 |
armenbanken |
vrijbanken:
vreejbenk (L210p Venray),
vrije plaatsen:
vreej platse (L210p Venray),
vreje platse (L210p Venray),
vrije platse (L210p Venray)
|
De banken achter in de kerk, die niet werden verpacht [gemeine banken, vrije banken, ermebanke, vrije plaatsen?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|