e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Elsloo

Overzicht

Gevonden: 697

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
adamsappel zuipknopje: zoepknupke (Elsloo) adamsappel [N 10 (1961)] III-1-1
ademen ademhalen: aojem haole (Elsloo) ademen [N 10a (1961)] III-1-1
ader ader: blootaor (Elsloo) ader [N 10a (1961)] III-1-1
afdragen afdragen: ā.f˱drā.gǝ (Elsloo) De gevulde vormen naar de droogplaats brengen. [monogr.; N 98, 94 add.; N 98, 101 add.] II-8
afgeroomde melk ondermelk: ondǝrmęlk (Elsloo) De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.] I-11
afhangend kuifje (bij kortgeknipt haar) pony: ponnie (Elsloo) haar, kortgeknipt ~ met alleen van voor een afhangend kuifje [ponnie, tuil] [N 10 (1961)] III-1-1
afloeren, bespieden speculeren: spikelere (Elsloo) kijken: afloeren [aafvinke] [N 10 (1961)] III-1-1
afsmeren met leem insmeren: met lęjm ensmē̜rǝ (Elsloo) De veldoven zonder muren aan de buitenzijde afsmeren met natte klei. [N 98, 116; monogr.] II-8
afstrijken aftrekken: āftrę ̞kǝ (Elsloo) De overtollige klei in de vormbak afstrijken met de handen of met behulp van een houten plankje, een afstrijkboog of een mes. Het woordtype afstrijken werd in L 270 ook gebruikt voor het afstrijken van de klei in een pannenvorm. [monogr.; N 98, 80 add.] II-8
afwasteil, afwasbak afwasbak: aafweschbak (Elsloo), aafwesjbak (Elsloo), aa‧fwesjbak (Elsloo) afwasbak [N 07 (1961)] III-2-1