e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q166p plaats=Vechmaal

Overzicht

Gevonden: 1244
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwarsbalkjes, egscheien scheien: šęi̯ǝ (Vechmaal) De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.] I-2
e. bijzondere rieken, naar het gebruiksdoel steenriek: stęi̯nrik (Vechmaal) [N 18, 24] I-5
echte koekoeksbloem koekoe: kuku (Vechmaal) Lychnis flos-cuculi L. Een algemeen voorkomende plant in graslanden met rechtopstaande stengel en roze-rode bloemen met gespleten kroonbladeren. De plant bloeit van mei tot september en komt ook wel gekweekt voor. De hoogte varieert van 30 tot 90 cm. [A 17, 2; A 49B, 2; monogr.] I-5
echtgenote vrouw: vrouw (Vechmaal) vrouw (echtgenote) [ZND 11 (1925)] III-2-2
eekhoorn eekhoorntje: ook ZND 02, 008  eekhuntche (Vechmaal) eekhoorn [ZND 01 (1922)] III-4-2
een blauwtje lopen hij heeft een blauwe gelopen: he het ’n blauwe gelaupe (Vechmaal) een andere benaming voor: hij heeft een blauwtje gelopen. Als een jongen door een meisje wordt afgewezen zegt men wel: --. Kent u voor dit feit in uw dialect een andere uitdrukking? (bv. hij heeft een blonde gelopen, een blauwe scheen krijgen, enz) [DC 52 (1977)] III-2-2
een boterham smeren een boterham bereiden: ənə boi̯təram breͅjə (Vechmaal) smeren [RND] III-2-3
een ei ei: ē (Vechmaal), ē. (Vechmaal), ę (Vechmaal), ęi̯ǝ (Vechmaal) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een huis huren huren: høͅi̯rə (Vechmaal) een huis huren [ZND 27 (1938)] III-2-1
een kring op de grond trekken een ring op de grond trekken: ’n reng op de ground trekke (Vechmaal) Een kring op de grond trekken. [ZND 29 (1938)] III-3-2