e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

Gevonden: 4947
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bang bang: bang (Gronsveld) een min of meer beredeneerde vrees van iets hebbend [bang, schouw] [N 85 (1981)] III-1-4
bangerik bange piezel: bangepiézel (Gronsveld), bangeschijter: bangesjieter (Gronsveld), bangesjiéter (Gronsveld), enne bangesjieter (Gronsveld), schijter: sjieter (Gronsveld), zeikerd: enne zèikert (Gronsveld) bangerd || bangerik [schiethoes] [N 07 (1961)] || iemand die altijd bang is [bloodaard, coion, bangerik] [N 85 (1981)] III-1-4
bank van lening lommerd: Van Dale: lommerd, bank van lening, pandjeshuis.  lommerd (Gronsveld) de instelling van gemeente of particulieren waar men geld krijgt op onderpand van onroerende goederen [bank van lening, lommerd, pandjeshuis] [N 89 (1982)] III-3-1
bankbiljet bankbiljet: e baankbiljet (Gronsveld), briefje: e breefke (Gronsveld) bankbiljet, banknoot, een ~ [briefke?] [N 21 (1963)] III-3-1
bankschroef schoefstok: šr ̇ǫwfštǫk (Gronsveld) Het werktuig dat aan de voorzijde ter hoogte van één van de poten en soms ook aan de zijkant van de werkbank is aangebracht en dient om werkstukken vast te klemmen. De bankschroef bestaat uit een houten blok dat met het werkblad verbonden is door middel van een horizontale draadspil die er dwars doorheen steekt. Aan de voorzijde is deze spil voorzien van een houten of ijzeren zwengel waarmee de bankschroef los- en vastgedraaid kan worden. Zie ook afb. 113. [N 53, 208j; N 53, 208n-o; monogr.] II-12
barbeel berp: berb (Gronsveld), Gronsveld Wb  berb (Gronsveld) barbeel (witvis) || Hoe noemt u de barbeel: een zoetwatervis. De buikvinnen staan ver achter de borstvinnen, ter hoogte van de rugvin. Het lichaam is lang en slank en de staartvin is diep ingesneden. De bek heeft geen tanden, wel dikke lippen, waarvan de bovenste lange baard [N 83 (1981)] III-4-2
barensweeën ween: weëen (Gronsveld) Barenswee: periodieke pijnen die voorafgaan aan het baren (poos). [N 84 (1981)] III-2-2
baret baret (<fr.): barêt (Gronsveld) plat hoofddeksel III-1-3
barmsijs berpje: berbke (Gronsveld), acanthis flammea  berbke (Gronsveld) barmsijs || sijs: barmsijs (12,5 bruin, met steeds rood voorhoofd en zwart sikje; alleen in sommige jaren op trek; gewoonten als sijs [006]; ook in mast- en berkenbos; twee soorten [N 09 (1961)] III-4-1
barrevoets barrevoets: vgl. op bloetse veuj blootsvoets.  béreves (Gronsveld), op zijn blote voeten: up sən blutsə vø:j (Gronsveld) blootvoets [RND] || op kousevoeten [bereves] III-1-3