e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

Gevonden: 7823
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
andere damesschoenen doorloopschoen: dôôrlaop-sjoon (Klimmen), pumps (eng.): pump (Klimmen) damesschoenen; inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)] III-1-3
andere middelen om een duif binnen te lokken met het voeder rammelen: mit ’t voor rammele (Klimmen) Kent U nog andere middelen om de duif binnen te lokken? bijv. met graan in doos schudden. Hoe heet dat? [N 93 (1983)] III-3-2
andere nachtkleding: nachtsokken nachtsokken: Sokken.  nach-zökke (Klimmen) nachtkleding: inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
andere oude klaversoorten luzerneklee: lǝzɛrn[klee] (Klimmen), roermondse klee: rǝmøŋšǝ [klee] (Klimmen) In dit lemma staan de niet in de andere lemmaɛs met behandelde klaversoorten bijeen. Vergelijk de behandeling van het materiaal voor vraag N 14, 82, "oude grassoorten" in aflevering I.3. Enkele soorten kunnen worden geïdentificerd; hopklaver is de Medicago lupulina L.; rolklaver (en rolklee) is de Lotus corniculatus L.; bastaardklee is de Trifolium hybridum L.; honingklee is de Melilotus Miller; luzerne of luzerneklee is de Medicago sativa L. Bij ɛstoppelkleeɛ (L 330): "tegelijk met het graan gezaaide klaver die na het maaien van het graan tussen de stoppels opschiet". Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.; add. uit A 60A, 14] I-5
andere spelen met bikkels opwerpen: #NAME?  oͅpweͅrəpə (Klimmen), stuiken: #NAME?  sjtoeke (Klimmen) Worden (werden) er nog andere spelen met dergelijke beentjes gedaan? [N R (1968)] III-3-2
andijvie andijve: andief (Klimmen), andieve (Klimmen), andijvie: andieviej (Klimmen) [DC 69 (1994)] I-7
angel van bij of wesp angel: Veldeke  d’r angel (Klimmen), WLD  angel (Klimmen) Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)] III-4-2
angelusklok angelusklokje: t angelusklöksjke (Klimmen), bedeklok: de baeklok (Klimmen), kleine klok: de kleinklok (Klimmen), kleinklok (Klimmen) De kleine klok waarmee het angelus wordt/werd geluid. [N 96A (1989)] III-3-3
angelustorentje angelustorentje: angelestoretje (Klimmen), torentje: täöreke (Klimmen) Het afzonderlijk torentje waarin de angelusklok hangt [angelustorentje?]. [N 96A (1989)] III-3-3
angst angst: angs (Klimmen, ... ), schrik: sjrik (Klimmen), vrees: vreis (Klimmen) angst [SGV (1914)] || het gevoel van beklemming en vrees, veroorzaakt door een [wezenlijk of vermeend] dreigend onheil of gevaar [angst, schijt, schrik] [N 85 (1981)] III-1-4