e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113a plaats=Welten

Overzicht

Gevonden: 882
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoeden van koeien hoeden: hȳjǝ (Welten) [N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.] I-11
hoef van de koe hoef: hōf (Welten) De hoef van de koe, in zijn geheel. [N 3A, 119a; JG 1a, 1b] I-11
hoek van een stuk land tomp: tømp (Welten) Een hoek of punt van een stuk land. [N P, 1; A 33, 10; monogr.] I-8
hoepels van de huifkar repen: rēpǝ (Welten) Houten hoepels waarover de huif gespannen werd. De hoepels werden in krammen tegen de zijplanken bevestigd. Meestal waren er vijf, waarvan de voorste naar voren helde. [N 17, 74 + 99] I-13
hondenhok hondshok: hondshok (Welten), hut: hut (Welten) hondenhok [DC 10 (1941)] III-2-1
honderd frank honderd frank: Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  hoondert frang (Welten) 100 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
hoofd hoofd: heut (Welten), kop: kòp (Welten) hoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
hoofdbord kraan: krān (Welten) Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr] I-13
hoofdluis luis: Veldeke  loeès (Welten, ... ), luus (Welten) hoofdluis [N 26 (1964)] || luis (znw enk) [N 26 (1964)] || luis (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-2
hooi hooi: hø̜i̯ (Welten) Gemaaid en op het veld drogend of gedroogd gras. In de klankkaart is de klankkleur (eerst velair, dan palataal) en de lengte van de klinker aangegeven; korte klinkers hebben een toevoeging aan het symbool. De aan- en afwezigheid van de j-klank is niet in kaart gebracht, maar uit de varianten in het lemma zelf af te lezen; per aangegeven klankkleur en lengte staan steeds de diftongen vooraan. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in kaart gebracht. [N 7, 58; N 14, 88b en 128a; JG 1a, 1b; A 10, 17 en 20; A 16, 1-4; L 1 a-m; L 27, 17; L 34, 70; L 38, 35-36; RND 122; Wi 52; S 14; R (s] I-3