e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brengen brengen: breͅngə (Beverlo) brengen [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
bretel bretel (<fr.): brəteͅls (Beverlo), nu ook bretels  bertels (Beverlo), lits: lijtse, litse (Beverlo), Geh. Beverloo (XI, 18).  leids (Beverlo) 2) bretel, hulp voor de broek 1) lits, lijst (coursel band langst een stuk laken, enz. || bretellen || bretellen (om de broek op te houden) [ZND B1 (1940sq)] || bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)] III-1-3
breuk breuk: breuk (Beverlo, ... ), brōk (Beverlo), hij is gebroken: hij es gebroken (Beverlo) een breuk [ZND A2 (1940sq)] || hij heeft een breuk (in de buik; Fr. hernie) [ZND 22 (1936)] III-1-2
brief brief: bri.f (Beverlo) brief [RND] III-3-1
broeder broeder: bry(3)̄r (Beverlo) Een broeder. [ZND A2 (1940sq)] III-3-3
broedsel kipsel: kipsel (Beverlo) broedsel III-4-1
broek met split fluitjesbroek: fluitekesbroek (Beverlo) broek met een split aan de voorkant [fluitjesbroek] [N 23 (1964)] III-1-3
broek: algemeen broek: broek (Beverlo, ... ), brŏĕk (Beverlo), bruk (Beverlo), brùk (Beverlo) broek [ZND 22 (1936)] || broek (kledingstuk voor mannen) [ZND 16 (1934)] || broek (kledingstuk) || broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] III-1-3
broekland, moeras waterkot: wōͅtərkot (Beverlo) moeras, de natte weke grond zonder behoorlijke afwatering (moer, ven, vuilnis, voelgebreutenis?) [N 27 (1965)] III-4-4
broekspijp broekspijp: broekspijpe (Beverlo) pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3