e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q006p plaats=Leut

Overzicht

Gevonden: 975
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huismus, mus mus: məs (Leut), məš (Leut) mus [ZND 01 (1922)], [ZND 14 (1930)] III-4-1
ijken ijken: də gəwechtən eikən (Leut) De gewichten ijken"(de gewichten van de winkeliers nazien of ze nog juist zijn). [ZND 36 (1941)] III-3-1
ijspegel ijspiel: īspel (Leut) ijskegel [ZND 36 (1941)] III-4-4
ijver ijver: è ät vø̄l īfər (Leut) Hij heeft veel ijver. [ZND 36 (1941)] III-1-4
ijzel, bevroren neerslag ijzel: īsəl (Leut) ijzel [ZND 36 (1941)] III-4-4
ijzelen ijzelen: ət īsəlt (Leut, ... ) ijzelen [ZND 01 (1922)], [ZND 36 (1941)] III-4-4
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Leut) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
ingooien (in een kuiltje) ingooien: engūi̯ǝ (Leut) [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 14 en 15] I-5
inhalen voorbijsteken: vǝrbīstēǝ.kǝ (Leut) Gaan twee karren achter elkaar en gaat de laatste vlugger vooruit dan de eerste, dan zal ze haar voorganger inhalen. [JG 1a, 1b] I-10
inkappen, eerste slagen maken met de zicht inhouwen: e.nǫu̯ǝ (Leut) De eerste slagen met de zicht maken in een aan te maaien akker en tevens het uitvoeren van de "eerste fase" van de zichtbehandeling; zie de algemene toelichting van deze paragraaf. De terminologie wordt soms ook gebruikt voor het maken van de eerste gang voor de maaimachine; dit wordt uitdrukkelijk vermeld in K 316, L 270, 294, 320c, 355, 360, 372, 419, 420, 432, P 186, Q 99*, 121c, 197, 197a. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [maaien], zie het lemma ''maaien'' (3.1.1) en de klankkaart (kaart 7) in aflevering I.3. [N 15, 16j; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 23, 16.2; L 48, 32.2; Lu 1, 16.1a; monogr.; add. uit N 15, 16f] I-4