| 30771 |
behangtafel |
plekdis:
plɛk˱døš (Q117a Waubach)
|
De tafel waarop het behangselpapier met behulp van de papborstel met plaksel wordt ingestreken. In Q 117a bestond de behangtafel uit twee bladen van 60x100 cm elk rustend op twee bokkepoten. In L 265 kon men de verschillende delen van de behangtafel dankzij scharniertjes dichtklappen. Uitgevouwen was de tafel 3 m lang. In Q 111 was de tafel samengesteld uit twee met behulp van een pianoscharnier aan elkaar bevestigde delen die uitklapbaar waren. De uitgeklapte tafel kon staan op de mee uitgeklapte staanders die op spanning kwamen door ze zover uit te trekken tot het ertussen zittende touw strak stond. [N 67, 97b; monogr.]
II-9
|
| 22669 |
beiaard |
klokkenspel:
klokkesjpel (Q117a Waubach)
|
Het geheel van zuiver gestemde klokken die door een klavier bespeeld kunnen worden [klokkenspel, beiaard, carillon]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 33776 |
beide beenderen van de onderkaak |
schaarbek:
šārbɛk (Q117a Waubach)
|
De scha(a)r(en) of het geschaar vormen de beide takken van de onderkaak van een paard en de uitwendige holte in het achterste gedeelte daarvan. Zie afbeelding 2.11. [JG 1a, 1b; N 8, 30]
I-9
|
| 22906 |
beieren |
beieren:
de klokke beiere (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach)
|
Hoe zegt men : de klokken beieren?. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 30711 |
beitsen |
beitsen:
bęjtsǝ (Q117a Waubach)
|
Hout kleuren met behulp van beits. [N 67, 66h; monogr.]
II-9
|
| 24301 |
bek |
muil:
Veldeke
moel (Q117a Waubach)
|
Hoe noemt u de bek van een dier (muil, bakkes) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
| 21775 |
bekakt praten |
zich aanstellen:
zich aasjtelle (Q117a Waubach)
|
bekakt praten [N 102 (1998)]
III-3-1
|
| 21777 |
bekakte praat |
stronts:
sjtrongs (Q117a Waubach)
|
taal of daad die getuigt van een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid [kak] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 19324 |
bekakte praat /bekakt praten |
strunz:
sjtrongs (Q117a Waubach),
zich aanstellen:
zich aasjtelle (Q117a Waubach)
|
bekakt praten [N 102 (1998)] || taal of daad die getuigt van een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid [kak] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 21830 |
bekendmaken |
berichten:
berichte (Q117a Waubach)
|
officiëel bekend maken [uitbellen, uitklinken, afkleppen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|