e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L192a plaats=Siebengewald

Overzicht

Gevonden: 1788
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doopgetuige bij de doop zijn: bie den deup zien (Siebengewald) Als doopgetuige aanwezig zijn [an doof joaë]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopjurkje doopkleed: deupkleed (Siebengewald), doopkleedje: dø:pkleʔə (Siebengewald) doopkleed [RND] || het doopkleed, de doopjurk [N 96D (1989)] III-2-2, III-3-3
doopkaars doopkaars: deupkèrs (Siebengewald) De doopkaars. [N 96D (1989)] III-3-3
doopkapel doopkapel: d"pkeͅpəl (Siebengewald) De kapel achter in de kerk, waarin de doopvont zich bevindt en waar de doop voltrokken wordt [doopkapel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopsel doopsel: deupsel (Siebengewald) Het doopsel [der doof]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopsprei doopsprei: deupsprei (Siebengewald) de doopsprei [N 96D (1989)] III-2-2
doopvont doopvont: dōpvōnt (Siebengewald), dø:pfunt (Siebengewald) doopvont [RND] || Het bekken waarin het doopwater bewaard wordt en waarboven het kind ten doop wordt gehouden [doopvont, doopsteen, doofsjtee?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopwater wijwater: wiwaoter (Siebengewald) Het gewijde water in de doopvont, waarmee gedoopt wordt [vont-, vunt-, vintwater, doopwater, wijwater?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doordeweekse mis stille mis: stelə meͅs (Siebengewald) Een door-de-weekse mis. [N 96B (1989)] III-3-3
doorn, stekel doorn (mv.): dön (Siebengewald), døͅ:r (Siebengewald) doornen [DC 23 (1953)], [RND] III-4-3