e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L381b plaats=Pey

Overzicht

Gevonden: 1062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
houtworm houtworm: houtwòrm (Pey), houtwøͅrm (Pey) houtworm [DC 23 (1953)] III-4-2
huid huid: hoet (Pey), hōēd (Pey), vel: vĕl (Pey) huid [DC 01 (1931)] III-1-1
huilen beuken: beukə (Pey), brullen: brullə (Pey), grijnen: grīēnə (Pey), huilen: húúle (Pey), janken: jankə (Pey), joenkeren: jönkere (Pey), toeten: toetə (Pey) Hoe noemt u een hoog en schel onaangenaam geluid voortbrengen, gezegd van honden (huilen) [N 83] || huilen: kinderen bij pijn/verdriet; volwassenen [DC 17 (1949)] III-1-4, III-2-1
huisjesslak kelderslak: kelderslek (Pey) Hoe noemt u de slak die haar huisje op haar rug meedraagt (kerrekol) [N 83 (1981)] III-4-2
huismus, mus geelmus: gèlmös (Pey), mus: mös (Pey, ... ) Hoe heet de huismusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
huisvlieg, vlieg vlieg: vleeg (Pey), vlēx (Pey) vlieg, huisvlieg [DC 18 (1950)] III-4-2
huiszwaluw raterzwalg: van raat  roatərzwalləg (Pey), scheerzwalg: schaerzwalg (Pey) huiszwaluw [DC 18 (1950)] III-4-1
hulst hulst: huls (Pey) De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)] III-4-3
iep olm: ölm (Pey) De iep; een snel groeiende boom die tot 18 m hoog kan worden me een brede kroon; vele iepen worden het slachtoffer van de iepziekte en verdwijnen snel (iep, olm) [N 82 (1981)] III-4-3
iets onbelangrijks, nietigheid lommel: lömmel (Pey), prul: prül (Pey) een voorwerp zonder waarde; een zaak van geen enkel belang [nietlig, nietigheid, dodeman, lacheding] [N 91 (1982)] III-4-4