e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vreren

Overzicht

Gevonden: 388

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zaaien zaaien: zē̜i̯ǝ (Vreren) [N 15, 1a; JG 1a, 1b; A 2, 70; L A2, 234; L 8, 102; L 24, 6a; S 45; Wi 40; RND 111; monogr.] I-4
zich bemoeien met moeg maken: zich mieg moake met (Vreren) zich bemoeien met [ZND 01 (1922)] III-3-1
zien, kijken zien: zîîn (Vreren) zien [RND] III-1-1
zijwand kisten: kistǝ (Vreren), mouw: mǫu̯ (Vreren) Elk van de zijkanten van een kar, wagen of kruiwagenbak. Herhaaldelijk worden in het materiaal speciaal de zijkanten van een hoogkar vermeld, die afgenomen kunnen worden. De zijwanden van de slagkar, die samen met de voorwand een vast geheel vormen, krijgen vaak geen aparte naam. De zijplanken zijn horizontale planken die tegen verticale rongen staan en waarop verhoogsels gezet kunnen worden. De woordtypes kist, mouw, komp en korf, die thans "elk van de twee zijwanden" betekenen, zijn oorspronkelijk termen voor de kar- of wagenbak als geheel. De benamingen voor dit geheel worden behandeld in het lemma bak. De meer specifieke benamingen voor de zijwanden van de kruiwagen worden onder het betreffende lemma behandeld. [N 17, 30a + 40 + 46a + add; N G, 53c + 60 a-b; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2a; JG 2b; JG 2c; A 26, 2b; Lu 4, 2b; monogr.] I-13
zo eenvoudig als ... zo simpel als het groot is: t ès zo simpel as t groot es (Vreren) Zo eenvoudig als - (zeg in het dialect en vul aan; geef de verschillende uitdrukkingen die hiervoor bestaan) [ZND 23 (1937)] III-1-4
zwemmen zwemmen: zwymə (Vreren) zwemmen [RND] III-3-2
zweren zweren: k wil trop zwe͂re (Vreren) Ik wil er een (of mijn) eed op doen [ZND 23 (1937)] III-3-1
zweren, etteren zweren: daai won zaol zwe͂re (Vreren) Die wonde zal etteren [ZND 23 (1937)] III-1-2