e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte kaas, wrongel fluitkaas: flø͂ͅu̯tki.s (Stokkem), platte kaas: platə ki.s (Stokkem) Smeerbare witte kaas of wrongel (fluitert, fluiterskaas?) [N 16 (1962)] III-2-3
witte klaver, steenklaver steenklee: stęi̯n[klee] (Stokkem), wilde klee: weljǝ [klee] (Stokkem) Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5
witte kool kabots: kabots (Stokkem), kebots (Stokkem), kəbotsə (Stokkem), wit moes: wet mōs (Stokkem) [Goossens 1b (1960)]een witte kabuis(kool) [ZND 36 (1941)] || witte kool I-7
witte waterlelie dotterbloem: -  dotterbloom (Stokkem, ... ), pompenblad: pômpeblaad (Stokkem), waterlelie: -  waterlelie (Stokkem, ... ) waterlelie || witte waterlelie [DC 49a (1974)] III-4-3
witte wis gestroopte: gǝstrø̜jp˱dǝ (Stokkem) De van zijn schors ontdane wis die hierdoor wit van kleur wordt. [N 40, add.; monogr.] II-12
witte wissen drogen bleken: blęjkǝ (Stokkem), drogen: drȳgǝ (Stokkem) De geschilde wissen in de buitenlucht drogen. [N 40, 31] II-12
wittebrood weg: wek (Stokkem), wèk (Stokkem, ... ) Kent uw dialect het woord weg of wig = een wittebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)] || mik || wit tarwebrood III-2-3
woede gift: guf (Stokkem) woede III-1-4
woensdagx goensdag: goonsdig (Stokkem) woensdag III-4-4
wolfsgebit, gebroken gebit stang: staŋ (Stokkem) Dit bit, gebruikt om moeilijke paarden te beteugelen, heeft een stang die in het midden scharniert. Het wordt vooral gebruikt bij rijpaarden. Op verscheidene plaatsen heeft dit soort bit kennelijk geen aparte naam. Dit wordt uitdrukkelijk gemeld voor: Q 80, 152, 162, 182. Er bestaan ook wolfsgebitten met een beugel in het midden om moeilijke paarden te beteugelen. De namen voor de twee types worden niet strikt uit elkaar gehaald. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 43] I-10