e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

Gevonden: 4071
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zoutzuurpotje geestpotje: gȳspø̜tšǝ (Stokkem) Het potje met vloeimiddel. Volgens de invuller uit Q 121c was dit altijd van lood, aangezien andere metalen door zoutzuur zouden worden opgelost. [N 64, 27c] II-11
zuchten kuimen: kuume (Stokkem) zuchten III-1-4
zuigbuis lodenbuis: lūtǝ bø̜js (Stokkem), pompbuisje: pomp˱bø̜jskǝ (Stokkem  [(van roodkoper)]  ), pompenbuisje: pompǝbø̜jskǝ (Stokkem  [(van roodkoper)]  ) De buis aan de onderzijde van het pomphuis die in de op te pompen vloeistof wordt geplaatst. Zie ook afb. 236a. Met de term pomp(en)buisje werd in L 423 het roodkoperen buisje aangeduid dat de verbinding vormde tussen het slotstuk en de zuigbuis. Het was aan de onderzijde voorzien van een sierbandje. Men noemde dit de knoop (knqp). [N 64, 133f; N 66, 49f] II-11
zuigen zuiken: zoeke (Stokkem) zuigen III-2-3
zuigerklep klep: klɛp (Stokkem) De (leren) klep in de pompzuiger van een zuigpomp die zich opent bij de neergaande beweging van de zuiger. Zie ook afb. 236a en 241. Volgens de invuller uit L 329 was er aan het slotleer een slotlood (slq.tlɛüt) bevestigd.' [N 64, 133k; N 66, 49k; monogr.] II-11
zuigerleer leer van de zuiker: lē̜r van dǝ zȳkǝr (Stokkem), pompenleer: pompǝlē̜r (Stokkem) De leren omkleding van de pompzuiger die zorgt voor de afdichting tussen pompzuiger en pomphuis. [N 64, 1331 add.; monogr.] II-11
zuigerstang stang: staŋ (Stokkem), zuikerstang: zȳkǝrstaŋ (Stokkem) De metalen stang waaraan de pompzuiger is bevestigd. [N 64, 1331; N 66, 491] II-11
zuigperspomp perspomp voor op verdiep: pērspomp ˲vø̜r ǫp ˲vǝrdēp (Stokkem) Zuigpomp waarbij een luchtketel is aangebracht. De waterafvoer van zuigpompen is sterk wisselend. Om een meer gelijkmatige waterafgifte te verkrijgen wordt daarom vaak aan de perszijde van de pomp een ten dele met luchtgevulde ketel aangebracht. Zie ook afb. 238 en het lemma ɛluchtketelɛ.' [N 64, 133d; N 66, 49d] II-11
zuigpomp gewone waterpomp: gǝwūǝn wātǝrpomp (Stokkem), handpomp: (h)antpomp (Stokkem), huispomp: hūspomp (Stokkem), ijzeren pomp: īzǝrǝ pomp (Stokkem), koperen pomp: kōpǝrǝ pomp (Stokkem) Pomp met zuiger en slot waarmee men vloeistoffen oppompt. De zuigpomp bestaat uit een cilindervormig pomphuis waarin de pompzuiger op en neer kan worden bewogen. Het onderste taps toelopende uiteinde van het pomphuis bevat de pompklep. De zuiger wordt met behulp van een pompzwengel in beweging gebracht en zuigt bij het omhooggaan het water aan. De pompklep is dan geopend. Wanneer de zuiger naar beneden wordt gedrukt, sluit de pompklep en stroomt het water via een in de zuiger aangebrachte (leren) klep naar de pompuitloop. Vgl. ook afb. 236 en de volgende lemmata waarin vooral de onderdelen van de zuigpomp worden behandeld. [N 64, 133b; N 64, 133w; N 66, 49b; N 66, 49w] II-11
zult, preskop preskop: geperste hoofdkaas  prɛskop (Stokkem) hoofdkaas [Goossens 1b (1960)] III-2-3