e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wormbulten angelen: aŋǝlǝ (Meeuwen) In de zomer leggen runderhorzels hun eitjes aan de haren van het rund. Na enkele dagen kruipen er larven uit de eitjes. Deze dringen het lichaam binnen langs de haren en het haarzakje, doorboren de huid en groeien langzamerhand uit. In de winter komen ze vooral onder de huid van de rug terecht. Iedere plek waar een larve zit, vormt een bultje, de wormbult. Om te kunnen ademen doorboort de larve de huid van het rund. Dit veroorzaakt wondjes die gemakkelijk ge√Ønfecteerd kunnen raken, waardoor zeer uitgebreide verettering kan ontstaan. Zie ook het lemma ''wormbulten'' in wbd I.3, blz. 478-479. [N 52, 22; N 3A, 83b; A 48A, 35; monogr.] I-11
wormstekig gemaaisteekt: gemaaisteekt (Meeuwen), Duur de vèle règen en de föl zòn waas de hölft van uis appel gemaaisteekt  gemaaisteekt (Meeuwen) door maden of/ook door rotting ontstoken fruit || wormstekig, gezegd ve appel [Lk 01 (1953)] III-2-3
worst worst: woͅrst (Meeuwen) worst III-2-3
worstelen worstelen: worstelen (Meeuwen, ... ), woͅrstələ (Meeuwen) De tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen]. [N 88 (1982)] || Worstelen. III-3-2
worstenbroodje saucijzenbroodje: sesi-jzebriêdsje (Meeuwen), worstriggel: worstriggel (Meeuwen), syn  worstriggel (Meeuwen) worstenbrood || worstenbroodje III-2-3
wortel wortel: wǫrtǝl (Meeuwen) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortelenstamppot stomp: stòmp (Meeuwen) gestampte aardappelen vermengd met o.a. worteltjes, of hutspot III-2-3
worteltje hete poten: heͅi.təpūiətə (Meeuwen) Fijne variëteit tuinwortelen [Goossens 1b (1960)] I-7
wrang spring: spreŋ (Meeuwen) Wrang is een besmettelijke uierontsteking van droogstaande weidedieren. De ziekte treedt op in de zomermaanden, meestal bij meer dieren tegelijk in een weide. Eén of meer uierkwartieren veretteren. Het zieke kwartier zwelt, voelt hard en warm aan en is zeer pijnlijk. Het uiervocht is dun en vloeibaar van een gele of grauwe kleur, meestal echter dik en bruinachtig. De oorzaak is de gewone etterbacterie. Niet altijd worden wrang en mastitis scherp van elkaar onderscheiden. [N 52, 6a; A 48A, 11a; monogr] I-11
wreef wreef: wrief (Meeuwen) voet: voorste deel van de voet [vurvoet] [N 10 (1961)] III-1-1