e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q001p plaats=Zonhoven

Overzicht

Gevonden: 5466
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnennaaigroef [wld ii.10, p. 41] gleuf: gleuf (Zonhoven) De sleuf die men maakt rondom de rand van de binnenzool om onder het binnenvlak, dat met de voetzool in aanraking kwam en dus effen en glad moest blijven, door te naaien (groef?) Zie tek. 88. [N 60 (1973)] III-1-3
binnenneus stijve tip: stijve tip (Zonhoven) Het stijve stuk leer, in de vorm van een schoenneus, dat ter versterking in de neus aangebracht wordt. Zie afb. 37. [N 60, 81a; N 60, 81b] II-10
binnenneus [wld ii.10, p. 39] stijve tip: stijven tip (Zonhoven) Een stijf stuk leer in de vorm van een schoenneus, aangebracht in de neus van een schoen ter versterking? (binnenneus?) [N 60 (1973)] III-1-3
binnenplaats cour (fr.): kōē.ër (Zonhoven) binnenplaats III-2-1
binnensmonds praten fezelen: Van Dale: fezelen, 1. fluisterend praten of zeggen; - smoezen.  fiezelen (Zonhoven) binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)] III-3-1
binnenspeler center (<fr.): center (Zonhoven), inside (eng.): inside (Zonhoven), den - réchs: rechtsbinnen  è.nzèt (Zonhoven), Den inzet rechts (rechtsbinnen).  ɛ̄nzɛt (Zonhoven), Eng. inside binnen(kant).  è.nsijt (Zonhoven) *Inzet: 1. Binnenspeler. || Hoe noemt U in uw dialect de speler van een voetbalteam, die links of rechts van de midvoor acteert in een aanvalslijn bestaande uit vijf spelers? || Inside (Eng.): Binnenvoorspeler in het vroegere spelsysteem. || Inzet: *(Voetb.) Inside, binnespeler. III-3-2
binnenstebuiten averechts: aiverechts (Zonhoven), èverechts (Zonhoven), èəvərèxs (Zonhoven), b.v. dië het oer hu.mt ~ ao.ën.  ië.veréchs (Zonhoven) averechts || Binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws, (van) links] [N 114 (2002)] || binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] || krang (t binnenste buiten, averechts) [ZND 01 (1922)] III-1-3
binnenzool binnenzool: benǝzōl (Zonhoven) Het stuk leer ter lengte van de hele voet en in de vorm daarvan, waaroverheen het overleer wordt omgeslagen bij het overhalen en waaronder de tussenzool, de loopzool en hak bevestigd worden. [N 60, 77; N 60, 233f; N 60, 233a] II-10
binnenzool [wld ii.10, p. 38] binnenzool: binnezool (Zonhoven) Een stuk leer ter lengte van de hele voet en in de vorm daarvan, waaroverheen het overleer wordt omgeslagen bij het overhalen en waaronder de tussenzool, de loopzool en hak bevestigd worden? (binnenzool?) Vgl. tek. 105 [N 60 (1973)] III-1-3
bioscoop cinema: cinema (Zonhoven, ... ), De cinema is vernieuwd (zaal).  sinəma (Zonhoven), Ènne sinnemá zitte: In de bioscoop zitten. Fr. cinéma.  sinnemá (Zonhoven) Cinema. || het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema] [N 112 (2006)] || Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)] III-3-2