e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Brustem

Overzicht

Gevonden: 1131

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bevruchten vogelen: foxǝlǝ (Brustem) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal voederkot: vui̯ǝrkǫt (Brustem) De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c] I-6
bezem bessem: bɛsǝm (Brustem), bezem: be̞ͅsəm (Brustem) bezem [RND] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bezemsteel steel: ste̞l (Brustem) bezemsteel [RND] III-2-1
bezig zijn aan gang zijn: zen aan gang (Brustem) bezig zijn [ZND 19a (1936)] III-1-4
bieden bieden: bījə (Brustem) bieden [RND] III-3-1
bier bier: bīēr (Brustem) bier [RND] III-2-3
biestmelk biestmelk: bismęlǝk (Brustem) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11
bietenplantjes uitdunnen placeren: plasęi̯rǝ (Brustem) Uit de rijen jonge plantjes telkens enkele exemplaren weghalen zodat de overgebleven bietenplantjes meer ruimte krijgen om uit te groeien. Doorgaans wordt dit werk in twee fases gedaan. Eerst wordt met de schoffel of de hak op regelmatige afstanden de rij plantjes over de breedte van de schoffel onderbroken. Van de overgebleven groepjes wordt dan iets later alleen het beste plantje overgehouden; de andere worden met de hand uitgetrokken. Tegelijk wordt dat geselecteerde plantje extra aangezet. Intussen wordt, zoals op het aardappelveld, regelmatig onkruid gewied; zie de toelichting bij het lemma Aanaarden. Het object van de handeling is steeds bieten, bietenplantjes. [N 12, 45; N Q, 8; JG 1b; monogr.; add. uit N 15, 2] I-5
biggen werpen kurren: kørǝ (Brustem) Biggen ter wereld brengen. [N 19, 13; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; N C, add.] I-12