e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beleg beleg: bǝlax (Schinnen), bǝlek (Herten, ... ), bǝlęk (Born), bǝlęq (Geleen, ... ), bǝlęx (Jeuk, ... ), bǝlɛk (Schimmert, ... ), bǝlɛx (Houthalen, ... ), belegsel: bǝleksǝl (Grevenbicht / Papenhoven), bǝlęksǝl (Maastricht), bǝlęqsǝl (Boorsem, ... ), bǝlęxsǝl (Bilzen, ... ), bǝlɛksǝl (Rothem, ... ), belegstuk: bǝleqštø̜k (Reuver), bǝlęxstøk (Ottersum), bǝlɛxstø̜k (Herderen), bǝlɛxstęk (Eigenbilzen), bezets: bǝzets (s-Gravenvoeren), bǝzęts (Bleijerheide, ... ), bezetsel: bǝzetsǝl (Echt, ... ), bǝzitsǝl (Eijsden), bǝzętsǝl (Bilzen, ... ), bǝzęǝtsǝl (Horst), bǝzɛtsǝl (Diepenbeek, ... ), binnenwerk: benǝwɛrk (Tegelen), couvert: couvert (Eijsden), dubbel stuk: døbǝl štøk (Noorbeek), lap: lap (Loksbergen), passement: pasmɛ̃nt (Tessenderlo), passement (Achel), pasǝmɛnt (Bilzen, ... ), stijfdoek: stajfduk (Tongeren), sti-jfdōk (As), stifdōk (Maasmechelen), stęjfdok (Houthalen), stęjfduk (Hoepertingen), stijflijnen: štīflinǝ (Lutterade), tegenbeleg: tīgǝbǝlęq (Weert), tegenstuk: tęǝgǝštøk (Heerlen), versterkingsstukje: vǝrštęrkeŋsštø̜kskǝ (Meerssen), versterkung: vǝrštɛrkuŋ (Bleijerheide) Stuk stof waarmee sommige delen van een kledingstuk ter versterking belegd worden of het stofdeel dat gebruikt wordt om de rafelkanten van een kledingstuk af te werken op plaatsen als de hals, het armsgat en sluitingen voor en achter. Er worden drie categorieën beleg onderscheiden: beleg op vorm, aangeknipt beleg, dat in wezen een soort beleg op vorm is, en schuingeknipt beleg (Het Beste Naaiboek, pag. 192). Een beleg op vorm bestaat meestal uit verschillende stukken die geknipt worden in de vorm van het deel dat ermee wordt afgewerkt. De afzonderlijke stukken worden aan elkaar genaaid, zodat ze een compleet belegstuk vormen dat langs de rafelkant wordt genaaid. Een aangeknipt beleg is een verlengstuk van het kledingstuk. Een schuin beleg is een smalle bies van schuingeknipte dunne stof die in de vorm kan worden gestreken voor het af te werken deel (Het Beste Naaiboek, pag. 192). [N 59, 114a; N 62, 32; Gi 1.IV, 33; MW] II-7