e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lijnogen beugel: bø̄gǝl (Posterholt), bø̜igǝl (Maasmechelen), guiden: gidǝ (Gingelom), kordeelogen: kǝrdīǝlūǝgǝ (Neerpelt), leidselogen: ęi̯tsǝlǫu̯gǝ (Baarlo, ... ), leidselringen: ęi̯tsǝlreŋ (Nederweert), leiogen: ęi̯ǫu̯gǝ (Tungelroy), leiringen: lęi̯r ̇eŋ (Maasniel), leisgatter: lę̄i̯s˲gatǝr (Aijen, ... ), leisogen: ęi̯suǝgǝ (Merselo), ęi̯sōgǝ (Middelaar), lijndogen: lintō ̝ǝgǝ (Leunen), līntōgǝ (Milsbeek, ... ), lijndringen: līntreŋǝ (Ottersum), lijnenhouder: lęi̯nǝnhau̯ǝr (Sint Pieter), lijnhaken: linhøę̄k (Velden), linhø̄ ̞ǝk (Brunssum), lijnhouders: līnhǭi̯ǝrs (Haelen), lijnogen: le ̞i̯nǭ ̝gǝ (Cadier), linōgǝ (Oirsbeek), linūǝgǝ (America), linǫu̯gǝ (Beek, ... ), līnǫu̯gǝ (Holtum, ... ), ę̄i̯nōgǝ (Gingelom), lijnringen: liŋr ̇eŋ (Heerlen), liŋręŋ (Mechelen), līnr ̇eŋ (Klimmen), ogen: uǝgǝn (Overpelt), yǝx (Achel), ō ̝ǝgǝ (Oirlo), ō ̞gǝ (Kanne), ōǝgǝ (Gingelom), ūǝgǝ (Horst), ǫu̯gǝ (Schimmert, ... ), ǫu̯ǝ (Bocholtz), ǭu̯gǝ (Opheers), ogen voor de leis: ǫu̯gǝ vør dǝ lęi̯.s (Tegelen), ogen voor de lijn: ōgǝ vør dǝ l ̇i ̞ŋ (Simpelveld), ploegringen: plōxr ̇eŋ (Heythuysen), ringen: r ̇eŋ (Boukoul, ... ), reŋǝ (Mook, ... ), ręŋ (Rijckholt), ringen voor de lijn: reŋǝ vør dǝ līn (Lottum, ... ), ringen voor de lijnd: reŋǝ vø̜r dǝ līnt (Mook), stuurschroef: stȳrsxrūf (Hamont), toomhaak: tūǝmhō ̞k (Neerpelt) Boven aan de voorploeg van bepaalde karploeg-typen bevindt zich een lat, waarvan de uiteinden zijn voorzien van of eindigen in een ring of schroefvormige krul, waar men de ploeglijn doorheen haalt. Deze "ogen" houden de dubbele ploeglijn gescheiden en voorkomen, dat ze bij het keren onder in de voorploeg verward zou raken of met de grond in aanraking zou komen. Bij een ander (wentel)ploegtype fungeert de brede beugelvormige handgreep van de dieptehefboom als leidselhouder. [N 11, 31.II.j; N 11A, 97j + 98b] I-1